Controlelampjes afgiftevermogen en overbelasting
Onder normale omstandigheden brandt het controlelampje
afgiftevermogen (groen) constant.
Bovendien heeft het controlelampje afgiftevermogen een
vereenvoudigdeurenteller. Wanneer u de motor start, gaat het
controlelampje als volgt knipperen overeenkomstig de cumulatieve
bedrijfsuren van de generator:
• Knippert niet:
• 1 keer knipperen: 100–200 uur
• 2 keer knipperen: 200– 300 uur
Als de generator overbelast wordt (zie bladzijde 26) of als er een
kortsluiting is in het aangesloten apparaat gaat het controlelampje
afgiftevermogen (groen) UIT, het controlelampje overbelasting (rood) gaat
AAN en de stroomtoevoer naar het aangesloten apparaat wordt
onderbroken.
Zet de generator UIT als het controlelampje overbelasting (rood) gaat
branden en zoek de oorzaak van de overbelasting.
• Controleer, voordat een apparaat op de generator wordt aangesloten,
of het goed functioneert en of het aangegeven vermogen niet groter
is dan van de generator. Sluit dan de voedingskabel van het apparaat
op de generator aan en start de motor.
Als het controlelampje voor overbelasting doorlopend knippert, duidt dit
een afwijkende omvormer aan (zie bladzijde 51).
Type B1, E, F, G, W
CONTROLELAMPJE
OVERBELASTING
(ROOD)
CONTROLELAMPJE
AFGIFTEVERMOGEN
(GROEN)
OPMERKING:
Als een elektromotor wordt gestart, kan het zijn dat het rode
controlelampje overbelasting en het groene controlelampje afgiftevermogen
tegelijk branden. Dit is normaal, zolang het rode controlelampje
overbelasting na ongeveer 4 seconden dooft. Raadpleeg uw servicedealer
als het controlelampje overbelasting (rood) blijft branden.
0–100 uur
• 3 keer knipperen: 300–400 uur
• 4 keer knipperen: 400– 500 uur
• 5 keer knipperen: 500 uur of meer
Type B
CONTROLELAMPJE
AFGIFTEVERMOGEN
(GROEN)
CONTROLE-
LAMPJE
OVERBE-
LASTING
(ROOD)
29