Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Advertenties

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Honda EU20i

  • Pagina 2 Honda EU20i GEBRUIKERSHANDLEIDING Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing Het “e-SPEC” logo staat symbool voor de milieubewuste techniek van Honda Power Equipment. Onze wens om “de natuur te koesteren voor de generaties na ons”.
  • Pagina 4 Dank u voor het aanschaffen van deze Honda-generator. Deze handleiding behandelt de werking en het onderhoud van de EU20i generator. Alle in deze uitgave opgenomen gegevens zijn gebaseerd op de informatie zoals deze bij het ter perse gaan beschikbaar was.
  • Pagina 5: Inhoudsopgave

    6.GEBRUIK VAN GENERATOR ........... 25 7.UITSCHAKELEN VAN DE MOTOR ..........38 8.ONDERHOUD ................ 40 9.TRANSPORT/OPSLAG ............45 10.STORINGZOEKEN ..............48 11.SPECIFICATIES ..............51 12.BEDRADINGSSCHEMA ............53 CONTACTDOOS ..............54 ADRESSEN HONDA-IMPORTEURS....Binnenzijde achteromslag “EC Declaration of Conformity” (EU-conformiteitsverklaring) OVERZICHT ..Binnenzijde achteromslag...
  • Pagina 6: Veiligheidsvoorschriften

    1. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Honda-generatoren zijn ontworpen voor gebruik met elektrische apparatuur met een passende vermogensbehoefte. Onjuist gebruik kan persoonlijk letsel of beschadiging van de generator of overige voorwerpen veroorzaken. Door de aanwijzingen in dit instructieboekje en op de generator na te leven wordt de kans op letsel of beschadiging geminimaliseerd.
  • Pagina 7 Gevaar van koolmonoxidevergiftiging Uitlaatgas bevat het giftige koolmonoxide, een kleurloos en reukloos gas. Het inademen ervan kan leiden tot bewusteloosheid en de dood. Als u de generator in een (gedeeltelijk) afgesloten ruimte laat draaien, kan de hoeveelheid giftige uitlaatgassen in de lucht gevaar opleveren. Laat de generator nooit draaien in een garage of woonhuis, of in de nabijheid van open ramen of deuren.
  • Pagina 8 Brandgevaar Gebruik de generator niet in brandgevaarlijke situaties. Door de hitte van de uitlaat zouden sommige materialen vlam kunnen vatten. – Plaats de generator tijdens het gebruik op minstens 1 meter afstand van gebouwen en andere apparaten. – Plaats de generator op geen enkele wijze in een ombouw. –...
  • Pagina 9 Ter bescherming van het milieu mogen generatoren, accu's, motorolie, enz. niet bij normaal afval worden gezet. Houd u aan de wettelijke voorschriften of raadpleeg uw officiële Honda-dealer voor de afvoer van deze materialen. Voer afgewerkte motorolie op de wettelijk voorgeschreven manier af. U dient de olie in een afgesloten verpakking bij een daarvoor bestemd inzamelpunt in te leveren.
  • Pagina 10: Plaats Van Veiligheidslabels

    Deze labels waarschuwen voor mogelijke gevaren die ernstig letsel kunnen veroorzaken. Lees de labels, veiligheidsaanwijzingen en voorzorgsmaatregelen zorgvuldig door. Als een label loslaat of slecht leesbaar is, vraag uw Honda-dealer dan om een nieuw exemplaar. [Voor Europa: type GG2, GG3, GW11, GW12, B, F, W, CL] WAARSCHUWING “STEKKERBUS”...
  • Pagina 11 • De Honda-generator is zodanig ontworpen dat deze veilig en betrouwbaar is, mits op de juiste manier bediend. Bestudeer deze gebruikershandleiding alvorens de generator te gebruiken. Als dit niet gebeurt, kan dit leiden tot persoonlijk letsel of beschadiging van het materiaal.
  • Pagina 12 • Benzine is licht ontvlambaar en explosief. Schakel de motor uit en laat hem afkoelen voordat u benzine bijvult. • Het aansluiten en losnemen van de speciale contactdoos voor parallelschakeling mag alleen gebeuren als de motor uit is. • Voor het afzonderlijk functioneren moet de speciale contactdoos verwijderd worden.
  • Pagina 13 [Type U en CL] [Type CL] [Type U]...
  • Pagina 14: Plaats Van Ce-Merk En Geluidslabels

    • Plaats van CE-merk en geluidslabels [Voor Europa: type GG2, GG3, GW11, GW12, B, F, W, CL] GELUIDSLABEL CE- MERK Productiejaar Prestatieklasse Kwaliteitsklasse IP-code Leeggewicht (massa) Naam en adres van geautoriseerde Naam en adres fabrikant vertegenwoordiger De naam en het adres van de fabrikant en de geautoriseerde vertegenwoordiger zijn geschreven in de “EU-conformiteitsverklaring”...
  • Pagina 15: Identificatie Van De Onderdelen

    3. IDENTIFICATIE VAN DE ONDERDELEN ONTLUCHTINGSHENDEL TANKDOP CHOKEHENDEL TANKDOP BEDIENINGSPANEEL SERVICELUIK LINKERZIJDE HANDGREEP REPETEERSTARTER MOTORSCHAKELAAR BOUGIE-SERVICELUIK UITLAATDEMPER SERIENUMMER Noteer het framenummer hieronder. U hebt dit nummer nodig bij het bestellen van onderdelen. Framenummer:...
  • Pagina 16: Bedieningspaneel

    BEDIENINGSPANEEL Type GG2, GG3, B, F, W, CL Type GW11, GW12 AC-CONTACTDOOS AC-CONTACTDOZEN STEKKERBUS PARALLELSCHAKELING AC-CONTACTDOOS ECONOMY-SCHAKELAAR DC-CONTACTDOOS CONTROLELAMPJE OLIENIVEAU CONTROLELAMPJE OVERBELASTING DC-CIRCUIT- ONDERBREKER AC-CIRCUITONDERBREKERS CONTROLELAMPJE AFGIFTE VERMOGEN MASSA- AANSLUITING...
  • Pagina 17 Type U STEKKERBUS PARALLELSCHAKELING AC-CONTACTDOZEN ECONOMY- SCHAKELAAR CONTROLELAMPJE DC-CONTACTDOOS OLIENIVEAU CONTROLELAMPJE OVERBELASTING DC-CIRCUIT- ONDERBREKER CONTROLELAMPJE AFGIFTE VERMOGEN MASSA-AANSLUITING...
  • Pagina 18: Opmerking

    Eco-schakelaar Stand ECO: De motor draait automatisch stationair als er geen stroomafname is. Het toerental wordt verhoogd zodra er een elektrische verbruiker wordt aangesloten. Deze stand dient om het brandstofverbruik van de generator zo veel mogelijk te beperken. OPMERKING: • Het eco-systeem werkt niet goed als het maximaal leverbare vermogen wordt verbruikt.
  • Pagina 19: Controle Vooraf

    4. CONTROLE VOORAF VOORZICHTIG: Zorg ervoor dat de motor van de generator tijdens het controleren uitgeschakeld is en dat de generator op een vlakke ondergrond staat. 1.Controleer het motorolieniveau. VOORZICHTIG: Gebruik van olie zonder reinigende additieven of tweetaktolie kan de levensduur van de motor verkorten.
  • Pagina 20 (1) Draai de schroef van het serviceluik los en verwijder het luik aan de linkerzijde (zie bladzijde 41). (2) Verwijder de olievuldop. (3) Controleer het oliepeil. Als het olieniveau onder het einde van de peilstok staat, vul dan de voorgeschreven olie bij tot aan de rand van de vulopening.
  • Pagina 21 2.Controleer het brandstofpeil. Vul de tank indien nodig tot aan het aangegeven niveau. Draai de tankdop na het vullen goed dicht. Gebruik loodvrije autobenzine van 91 RON of hoger (PON 86 of hoger). Gebruik nooit oude of vervuilde benzine of een olie-/benzinemengsel. Voorkom dat er vuil of water in de brandstoftank komt.
  • Pagina 22 30 dagen niet wordt gebruikt (zie bladzijde 46). Benzine met alcohol Als benzine met alcohol gebruikt wordt, controleer dan of het octaangetal minimaal zo hoog is als voorgeschreven door Honda. De benzine kan vermengd zijn met 2 soorten alcohol: ethanol en methanol.
  • Pagina 23 3.Controleer het luchtfilter. Controleer of de luchtfilterelementen schoon zijn en in goede staat verkeren. Draai de schroef van het serviceluik los en verwijder het luik aan de linkerzijde. Draai de schroef van het deksel voor het luchtfilter los en verwijder het luchtfilterdeksel. Controleer de elementen. Reinig of vervang de elementen zo nodig (zie bladzijde 42).
  • Pagina 24: Starten Van De Motor

    5. STARTEN VAN DE MOTOR Neem vóór het starten van de motor alle aansluitingen van de AC- contactdoos los. 1.Draai de ontluchtingshendel op de tankdop rechtsom in de stand AAN. OPMERKING: Draai de ontluchtingshendel in de stand UIT tijdens vervoer. ONTLUCHTINGSHENDEL TANKDOP 2.Zet de motorschakelaar in de stand AAN.
  • Pagina 25 3.Zet de chokehendel in de stand GESLOTEN. OPMERKING: Gebruik de choke niet als de motor warm is of bij hoge omgevingstemperaturen. CHOKEHENDEL GESLOTEN GESLOTEN 4.Trek licht aan de handgreep van de repeteerstarter tot een weerstand voelbaar is; geef dan een flinke ruk aan de handgreep in de richting van de pijl.
  • Pagina 26 5.Zet de chokehendel in de stand OPEN zodra de motor op temperatuur komt. CHOKEHENDEL OPEN OPEN OPMERKING: Als de motor stilvalt en daarna niet meer wil starten, controleer dan eerst het motorolieniveau (zie bladzijde 17) alvorens naar storingen elders te gaan zoeken.
  • Pagina 27: Modificatie Carburateur Voor Gebruik Op Grote Hoogte

    • Modificatie carburateur voor gebruik op grote hoogte Op grote hoogte is het standaard lucht/brandstofmengsel te rijk. Hierdoor zal het vermogen afnemen en het brandstofverbruik toenemen. Door een erg rijk mengsel zal er aanslag op de bougie ontstaan en wordt het starten moeilijker. Door langdurig gebruik van de machine op grotere hoogte dan die waarvoor de motor is afgesteld, kunnen de emissiewaarden stijgen.
  • Pagina 28: Gebruik Van Generator

    6. GEBRUIK VAN GENERATOR De spanning die de generator levert is hoog genoeg om ernstige elektrische schokken of elektrocutie te veroorzaken. Zorg ervoor dat de generator geaard is als het aangesloten apparaat geaard is. Om de aansluiting van de generator te aarden, dient een koperdraad met dezelfde of een grotere diameter dan MERK-...
  • Pagina 29 VOORZICHTIG: • Overschrijd de maximale stroomsterkte van de verschillende contactdozen niet. • Breng geen wijzigingen aan de generator aan en gebruik deze niet voor andere doeleinden dan die waarvoor het apparaat bestemd is. Let tijdens het gebruik van de generator verder op de volgende punten.
  • Pagina 30 OPMERKING: • De meeste elektromotoren vergen voor het opstarten meer vermogen dan het opgegeven nominale vermogen. Zorg ervoor dat het aangegeven vermogen van het werktuig niet hoger is dan dat van de generator. Het maximale vermogen is: 2,0 kVA • Overschrijd het nominale vermogen niet als de generator continu werkt.
  • Pagina 31 Wisselstroomtoepassingen 1.Start de motor en controleer of het controlelampje afgifte vermogen (groen) gaat branden. 2.Controleer of het aan te sluiten apparaat uitgeschakeld is en sluit het dan op de generator aan. CONTROLELAMPJE OVERBELASTING (ROOD) CONTROLELAMPJE AFGIFTE VERMOGEN (GROEN) VOORZICHTIG: • Overbelasting waarbij het controlelampje overbelasting (rood) constant brandt, kan de generator beschadigen.
  • Pagina 32 AC-circuitonderbreker (type GG2, GG3, GW11, GW12, B, F, W, CL) De AC-circuitonderbrekers zullen het apparaat automatisch uitschakelen (drukknop komt omhoog) bij kortsluiting of overbelasting van de generator via een contactdoos. Als de AC-circuitonderbreker het apparaat automatisch uitschakelt, controleer dan of het aangesloten apparaat in orde is en de nominale capaciteit van het circuit niet overschreden wordt.
  • Pagina 33 Controlelampjes afgifte vermogen en overbelasting Onder normale omstandigheden brandt het controlelampje afgifte vermogen (groen) constant. Bovendien heeft het controlelampje afgifte vermogen een vereenvoudigdeurenteller. Wanneer u de motor start, gaat het controlelampje als volgt knipperen overeenkomstig de cumulatieve bedrijfsuren van de generator: •...
  • Pagina 34 Parallelle schakeling Lees eerst GEBRUIK VAN GENERATOR alvorens een apparaat aan te sluiten. Gebruik uitsluitend een door Honda goedgekeurde contactdoos voor parallelschakeling (optioneel) wanneer twee EU20i generatoren parallel worden aangesloten. De meeste elektromotoren vergen voor het opstarten meer vermogen dan het opgegeven nominale vermogen. Zorg ervoor dat het aangegeven vermogen van het werktuig niet hoger is dan dat van de generator.
  • Pagina 35 WAARSCHUWING • Sluit nooit verschillende modellen of typen parallel aan elkaar aan. • Gebruik nooit een andere dan de speciale contactdoos voor parallelschakeling. • Het aansluiten en losnemen van de speciale contactdoos voor parallelschakeling mag alleen gebeuren als de motor uit is. •...
  • Pagina 36 2.Sluit de stekkers en de massa-aansluitingen van de contactdoos voor parallelschakeling aan op de generatoren en bevestig de kabelbinder aan de greep. • Plaats de twee generatoren minstens 1 meter van elkaar tijdens parallelbedrijf. • Voer de kabel door de greep en bevestig de kabel met behulp van de kabelbinder.
  • Pagina 37 4.Start de motoren en controleer of het controlelampje afgifte vermogen (groen) gaat branden. 5.Controleer of het aan te sluiten apparaat uitgeschakeld is en sluit het dan op de generator aan. 6.Schakel de aangesloten apparatuur in. CONTROLELAMPJE AFGIFTE VERMOGEN (GROEN) AC-circuitonderbreker (behalve type U) De AC-circuitonderbreker op de contactdoos voor parallelschakeling zal het apparaat automatisch uitschakelen (drukknop komt omhoog) bij kortsluiting of overbelasting van de generator via een contactdoos.
  • Pagina 38 Gelijkstroomtoepassingen De DC-contactdoos (gelijkstroom) mag alleen worden gebruikt voor het laden van 12V-accu's. OPMERKING: Als de generator gelijkstroom levert, moet de economy-schakelaar in de stand UIT gezet worden. 1.Sluit de kabel op de accupolen aan en vervolgens op de contactdoos van de generator.
  • Pagina 39 WAARSCHUWING • Accu's produceren explosieve gassen: Als deze ontbranden, kan dit leiden tot verwondingen en blindheid. Zorg voor voldoende ventilatie tijdens het laden. • CHEMISCH GEVAAR: De accu bevat zwavelzuur (elektrolyt). Aanraking met de huid of ogen veroorzaakt ernstige brandwonden. Draag een veiligheidsbril en beschermende kleding.
  • Pagina 40 Oliealarmsysteem Het oliealarmsysteem voorkomt motorschade die kan ontstaan door onvoldoende olie in het carter. Als het olieniveau in het carter een bepaalde minimale grens bereikt, schakelt het systeem de motor automatisch uit (de motorschakelaar blijft in stand AAN). Als de motor door het oliealarmsysteem wordt uitgeschakeld, gaat het controlelampje olieniveau (rood) branden als de motor wordt gestart.
  • Pagina 41: Uitschakelen Van De Motor

    7. UITSCHAKELEN VAN DE MOTOR Zet in noodgevallen de motor uit door de motorschakelaar in de stand UIT te zetten. BIJ NORMAAL GEBRUIK: 1.Schakel de aangesloten apparatuur uit en trek de stekker los. STEKKER 2.Zet de motorschakelaar in de stand UIT. MOTORSCHAKELAAR...
  • Pagina 42 3.Draai de ontluchtingshendel op de tankdop volledig linksom in stand UIT. ONTLUCHTINGSHENDEL TANKDOP VOORZICHTIG: Zet de ontluchtingshendel en de motorschakelaar in de stand UIT wanneer de generator is uitgeschakeld en tijdens transport en/of opslag van de generator. 4.Verwijder de contactdoos voor parallelschakeling na gebruik. CONTACTDOOS VOOR PARALLELSCHAKELING (AFZONDERLIJK LEVERBAAR)
  • Pagina 43: Onderhoud

    Raak de uitlaat niet aan als deze heet is. Laat de motor afkoelen voor het uitvoeren van onderhoud. VOORZICHTIG: Gebruik originele Honda-onderdelen of gelijkwaardige onderdelen. Vervangingsonderdelen die niet dezelfde kwaliteit hebben, kunnen de generator beschadigen.
  • Pagina 44 1.OLIE VERVERSEN Tap de olie af terwijl de motor nog warm is om de olie snel en volledig af te tappen. VOORZICHTIG: Zet voor de olie afgetapt wordt de motorschakelaar en de ontluchtingshendel op de tankdop in stand UIT. 1.Draai de schroef van het serviceluik los en verwijder het luik aan de linkerzijde.
  • Pagina 45: Onderhoud Luchtfilter

    2.ONDERHOUD LUCHTFILTER Een vervuild luchtfilter beperkt de hoeveelheid lucht die naar de carburateur stroomt. Reinig het luchtfilter regelmatig om defecten aan de carburateur te voorkomen. Voer het onderhoud vaker uit als de generator in stoffige gebieden wordt gebruikt. WAARSCHUWING Gebruik voor het reinigen geen benzine of oplosmiddelen met een laag vlampunt.
  • Pagina 46 3.ONDERHOUD BOUGIE VOORGESCHREVEN BOUGIE: CR5HSB (NGK) Voor een goede werking van de motor moet de bougie goed afgesteld en schoon zijn. 1.Verwijder het serviceluik van de bougie. BOUGIE-SERVICELUIK 2.Verwijder de bougiedop. 3.Reinig de directe omgeving van de bougie. 4.Gebruik een bougiesleutel om de bougie te verwijderen. GREEP BOUGIEDOP BOUGIESLEUTEL...
  • Pagina 47 5.Controleer de bougie visueel. Gooi de bougie weg als de isolator scheurtjes of splinters vertoont of vervuild is. Bij hergebruik de bougie reinigen met een staalborstel. 6.Meet de elektrodenafstand met een voelermaatje. Corrigeer de afstand indien nodig door de massa-elektrode voorzichtig te verbuigen.
  • Pagina 48: Transport/Opslag

    9. TRANSPORT/OPSLAG Om het morsen van brandstof tijdens vervoer of tijdelijke opslag te voorkomen, moet de generator rechtop staan in de normale werkstand, met de motorschakelaar in de stand UIT. Draai de ontluchtingshendel op de tankdop volledig linksom in de stand UIT.
  • Pagina 49 Let op de volgende punten als het apparaat gedurende langere tijd wordt opgeslagen: 1.Zorg ervoor dat de opslagruimte niet te vochtig of stoffig is. 2.Tap de brandstof af. WAARSCHUWING Benzine is uiterst brandbaar en kan onder bepaalde omstandigheden exploderen. Voer deze werkzaamheden in een goed geventileerde ruimte uit en met stilstaande motor.
  • Pagina 50 3.Ververs de motorolie. 4.Verwijder de bougie en giet een scheutje schone motorolie in de cilinder. Laat de motor een aantal omwentelingen ronddraaien om de olie te verdelen en monteer de bougie. 5.Trek langzaam aan de handgreep van de repeteerstarter tot er weerstand voelbaar is.
  • Pagina 51: Storingzoeken

    10. STORINGZOEKEN Wanneer de motor niet aanslaat: Zit er brandstof in Vul de tank. de tank? Staat de Zet de motorschakelaar motorschakelaar in de stand AAN? in de stand AAN. Vul de Zit er voldoende voorgeschreven olie in de motor? olie bij.
  • Pagina 52 Aangesloten apparaat werkt niet: Met uitzondering Zet de AC- van het U-type: circuitonderbreker Staat de AC-circuit- in de stand AAN. onderbreker in de stand AAN? Brandt het controlelampje “Afgifte vermogen”? Breng de Brandt het generator naar controlelampje een servicedealer. “Overbelasting”? Controleer de Breng de GEEN DEFECTEN...
  • Pagina 53 Geen spanning op de DC-contactdoos: Staat de DC- Druk de DC- circuit- circuitonderbreker onderbreker in de in de stand AAN. stand AAN? Breng de generator naar een servicedealer.
  • Pagina 54: Specificaties

    11. SPECIFICATIES Afmetingen en gewicht Model EU20i Type GG2, GG3, B, GW11, GW12 F, W, CL, U Beschrijvingscode EACT Lengte 512 mm 519 mm Breedte 290 mm Hoogte 425 mm Leeggewicht 20,7 kg Motor Model GX100 Motortype 4-takt, bovenliggende nokkenas, één cilinder...
  • Pagina 55 Geluid Model EU20i Type GG2, GG3, GW11, GW12, B, F, W, CL Geluidsniveau op de werkplek 71 dB (A) – (2006/42/EC) Plaats microfoon BEDIENINGSPANEEL Midden 1,60 m 1,0 m – Variantie 2 dB (A) – Gemeten 87 dB (A) geluidsvermogenniveau (2000/14/EC, 2005/88/EC) –...
  • Pagina 56: Bedradingsschema

    12. BEDRADINGSSCHEMA INDEX (Zie binnenzijde achteromslag) Type GG2, GG3, GW11, GW12, B, F, W, CL ......W–1 U-type ..................W–2 AFKORTINGEN Symbool Naam onderdeel Symbool Naam onderdeel AC,CP AC-circuitonderbreker Ontstekingsmodule ACOR AC-contactdoos StpM Stappenmotor B-type (gasklepregeling) Bus voor parallelschakeling Hulpspoel Bedieningspaneel To Ge Naar generator DC,CP DC-circuitonderbreker...
  • Pagina 57: Contactdoos

    CONTACTDOOS Type Vorm Plug AARDPEN AARDPEN AARDPEN GG2, GG3, CL AARDPEN AARDPEN GW11, GW12 AARDPEN AARDPEN...
  • Pagina 58 BEDRADINGSSCHEMA...

Inhoudsopgave