2.6 Eenzijdig strooien
-voor
perceelkanten bemesting
-
met de kantenstrooiplaat
fig
.
3
Te gebruiken b.v. om grotere hoeveelheden bij basisbemesting te stroien (midden rijsporen
1,5-
2,0
m.
uit
perceel-
rand).
Met de kantenstrooiplaat
kan men ook grotere strooihoeveelheden nauwkeurig-eenzijd ig-strooien
;
zowel eenzijd ig
naar
links als naar rechts. De
hoeveelheidsinstelhendel
aan de achterkant
van
de strooier hierbij op
"0"
stellen; c.q.
de blokkeerkraan
aan
de kant
van de perceelrand en de doseerschuif blijven gesloten
.
De kantenstrooiplaat
aan-
brengen
volgens
fig.
3
en
4. Tijdens
het strooien
wordt,
door de
van de perceel rand
af liggende schotel, ,,van de kant
af"
gestrooid
,
waarbij de korrels van het
overlappingsgedeelte
van
deze
schotel
naar achter en
naar
de
perceel
rand
vliegen.
De
kantstrooiplaat
zodanig instellen
dat
geen
korrels
in
de
slootkanten
of naastliggende
percelen komen.
Fig.
3 en
4
geven aan hoe de
"kantstrooiplaat" aangespannen en
in
de
"werkstand
" wordt gezwenkt, zodat de
kunst-
mestkorrels aan
de perceelkant
worden begrensd
en
op
de
juiste
wijze
worden
verdeeld
.
fig. 4
2.7 Perceelranden strooien;
b.v.
bij "overbemesting strooien" met een kantenstrooischotel
Om de randen van de percelen nauwkeurig te kunnen
strooien
dient
één
van de
standaard
meegeleverde
strooischo-
tels
(rood), met aflopende
strooibeeld-karakteristiek,
te worden
omgewisseld tegen
de grensstrooischotel (groen)
met vlakke strooibeeld
karakteristiek.
De strooibreedte is dan
aan
de kant van het
perceel,
afhankelijk
van de
kunstmest,
met
de kantstrooischotel
G 6
==
6 m.; G 8
=
8 m.; G 9
=
9
m.;
G 10
=
10 m.
;
G 12
=
12
m.
2.8 Roerdermechanisme
Bij de normaal in gebruik
zijnde
gekorrelde en gekristaliseerde kunstmeststoffen, zorgen
rotors
op de
roerderas
voor
een gelijkmatige kunstmesttoevoer
naar
de
schotels.
Wanneer dit gewenst is kan het roerdereffect
worden
ver-
minderd door één gedeelte van de rotors uit te nemen.
3 Belangrijke punten bij gebruik
3.1
Maximaal te
vullen
tot 1800
kg.
Bij AMAZONE strooiers ZA-U 2001 tot maximaal 2000 kg
.
belasten
,
doch
uitsluitend
in combinatie met
het
AMAZONE transportstel FR 2000.
3.2
Langzaam in het werk stellen van het
strooiermechanisme
voorkomt breken van de "breekbout". Wanneer
de
breekbout regelmatig breekt dient men een speciaal
aftakas
met
slipkoppeling
te monteren
(zie
punt
5. 3).
3.3
De
trekhaak
aan de
achterzijde
van de
strooier
dient voor het
aankoppelen
van
getrokken
werktuigen en
2-assige
wagens tot een maximum snelheid van 25 km.luur.
Het
is verboden
om een éénassige
wagen
aan te
koppelen!
3.4
Bij het heffen van de gevulde kunstmeststrooier wordt de vooras van de
trekker, afhankelijk
van de
grootte
van
trek-
ker en
strooier,
ontlast. U dient er op te letten dat minstens
20%
van het ledige gewicht op
de
vooras
blijft drukken
.
3.5 Let op
dat
U of een ander
niet
tussen de draaiende strooischotels kan komen
.
3.6
Om het heen en weer
sl
ingeren
van de strooier te voorkomen dienen de onderste draagarmen van
de trekker
geblokkeerd te worden.