Thermische scharen
E
- Besturing
3.2.4 - Overige bedieningen
• Overgang van de bedieningspost beneden op de bedieningspost boven :
De noodstopdrukknop ( P15 ) dient uitgetrokken te zijn.
• Draai de sleutel van de startschakelaar van de bedieningspost ( P72 ) naar links om de bedieningspost
boven in te schakelen. De bedieningen van de bedieningspost beneden worden uitgeschakeld.
• Overgang van de bedieningspost boven op de bedieningspost beneden :
De noodstopdrukknop ( P15 ) dient uitgetrokken te zijn.
• Draai de sleutel in de startschakelaar van de bedieningspost ( P72 ) naar rechts om de bedieningspost
beneden in te schakelen. De bedieningen van de bedieningspost boven worden uitgeschakeld.
• Voor machines voorzien van een zwaailicht :
• Zet de keuzeschakelaar zwaailicht ( P24 ) naar rechts om het zwaailicht in te schakelen.
• Zet de keuzeschakelaar zwaailicht ( P24 ) naar links om het zwaailicht uit te schakelen.
3.3 - HANDELINGEN VANUIT DE GONDEL (OF VANAF HET PLATFORM)
3.3.1 - Starten van de machine
O
.-:-S
PM
H
ERHAAL DE STARTPROCEDURE
3.3.2 - Uitschakelen van de machine
Druk de noodstopdrukknop ( P46 ) in.
24203 3223 0
1.
Trek de noodstopdrukknop uit P46.
2.
Druk op de tipschakelaar starten motor ( P61 ). De motor start. Het controlelampje van
de inschakeling ( P31 ) licht op.
3.
Laat de motor opwarmen.
,
CHAKEL
ALS DE MOTOR NIET OPSTART
.
E 07 07
,
(
HET CONTACT UIT
INGEDRUKTE NOODSTOPDRUKKNOP
).
NL
61
A
B
C
D
E
F
G
H
I