8.6.13
ACTIVE DRIVER M/T 2.2 (niet voor A.D. M/M 1.1 e A.D. M/T 1.0)
Instelling set point P1 functie ingang 2
8.6.14
O1: Instelling functie uitgang 1 ("alarm actief") (uitgezonderd A.D. M/M 1.1 en A.D. M/T 1.0)
O2: Instelling functie uitgang 2 ("pomp in bedrijf") (uitgezonderd A.D. M/M 1.1 en A.D. M/T 1.0)
Toekenning van de parameters die functies verbinden met de digitale uitgangen OUT1; OUT2
9.
WEERGAVE VAN GEGEVENS
9.1
WEERGAVE VAN DE BELANGRIJKSTE GROOTHEDEN
Toegang via toets MODE
Fr: weergave van de actuele rotatiefrequentie (in Hz).
UP: weergave van de druk (in bar).
C1: weergave van de fasestroom van de elektropomp (in A).
(uitgezonderd A.D. M/M 1.1 en A.D. M/T 1.0)
UE: weergave van de softwareversie van het apparaat.
9.2
WEERGAVE VAN GEGEVENS OP HET DISPLAY
Toegang via toetsen SET en – per 2 seconden
(NB: om door de grootheden te bladeren drukt u op de toets MODE)
UF: weergave van de stroming
ZF: Weergave nulpunt stroming
FM: Weergave van de maximale rotatiefrequentie (in Hz)
tE: Weergave van de temperatuur van de eindvermogenstrappen (in °C)
bt : weergave van de temperatuur van de elektronische kaart ( in °C )
GS: Weergave van de running status
FF: Weergave fouthistorie (+ en – om door alarmen te bladeren)
–
(ref. Tabel nr.14 pag. 89)
MODE
(ref. Tabel nr.14 pag. 89)
SET
–
DISPLAY