Elektrische componenten
Alle elektrische aansluitingen van de voeding en de interface staan op het bedradingsschema dat bij de unit wordt
geleverd.
De installateur moet de volgende componenten voorzien:
Voedingskabels (met eigen mantelbuis)
-
-
Kabels voor onderlinge verbinding en interface (met eigen mantelbuis)
-
Thermomagnetische stroomonderbreker met juiste waarde (zie elektrische gegevens)
Elektrische bedrading
Stroomcircuit:
Sluit de voedingskabels aan op de klemmen van de hoofdschakelaar op het klemmenbord van de machine. In
het toegangspaneel moet een opening voorzien zijn die groot genoeg is voor de gebruikte kabel en de
kabelpakking. Een flexibele buis mag ook worden gebruikt met daarin de drie stroomfasen plus aarding.
Zorg er altijd wel voor dat water nooit kan binnendringen langs het aansluitpunt.
Besturingscircuit:
Elke machine van de reeks wordt geleverd met een hulptransfo voor het besturingscircuit 400/115 V. Hierdoor is
geen extra kabel voor de voeding van het besturingssysteem vereist.
Alleen wanneer een optionele afzonderlijke accumulatietank in optie wordt gevraagd, moet u een afzonderlijke
voeding voorzien voor de elektrische weerstand voor vorstbeveiliging.
Olieverwarming
Elk circuit is uitgerust met een elektrische weerstand in de compressor, die de olie op temperatuur houdt en zo voorkomt
dat zich vloeibaar koelmiddel mengt met de olie in de compressor. De elektrische weerstand werkt natuurlijk alleen met
een constante voeding. Als het niet mogelijk is om de machine te blijven voorzien van stroom wanneer ze niet actief is in
de winter, moet u minstens twee van de procedures toepassen die beschreven staan in het hoofdstuk "Mechanische
installatie" in het deel "Vorstbeveiliging verdamper en warmtewisselaars".
Als de installatie werkt met pompen buiten de machine (niet bij de unit geleverd), moet een magnetothermische
schakelaar en een besturingsschakelaar op de voedingslijn van elke pomp worden voorzien.
Besturing waterpomp
Sluit de voeding van de spoel van de besturingscontactgever aan op klem 27 en 28 (pomp #1) en 401 en 402 (pomp 2)
op klemmenbord M3, en installeer de contactgever op een voeding met dezelfde spanning als de spoel van de
pompcontactgever. De klemmen zijn aangesloten op een potentiaalvrij contact van de microprocessor.
Het contact van de microprocessor biedt de volgende schakelcapaciteit:
Maximumspanning:
Maximumstroom :
Referentienorm:
Met de hierboven beschreven bedrading kan de microprocessor de waterpomp automatisch beheren. Installeer best een
schoon statuscontact op de thermomagnetische stroomonderbreker van de pomp en sluit het aan in serie met de
stromingsschakelaar.
Alarmrelais – Elektrische bedrading
De machine is voorzien van een digitale output met een schoon contact die van status verandert zodra zich een alarm
voordoet in één van de koelmiddelcircuits. Sluit dit signaal aan op een extern visueel of auditief alarm of op het
gebouwbeheersysteem om de werking te monitoren. Zie het bedradingsschema van de machine voor de bedrading.
Afstandsbediening unit aan/uit – Elektrische bedrading
De machine is voorzien van een digitale input voor afstandsbediening. Op deze input kunnen een opstarttimer, een
stroomonderbreker of een gebouwbeheersysteem worden aangesloten. Wanneer het contact sluit, begint de
microprocessor de opstartprocedure door eerst de waterpomp in te schakelen, gevolgd door de compressoren. Wanneer
het contact opent, begint de microprocessor de uitschakelprocedure van de machine. Het contact moet potentiaalvrij zijn.
Dubbel instelpunt– Elektrische bedrading
Met de functie dubbel instelpunt kan het instelpunt van de unit worden omgeschakeld tussen twee in de controller van de
unit voorgedefinieerde waarden. Een voorbeeld van een toepassing hiervan is voor ijsproductie 's nachts en
standaardwerking overdag. Sluit een schakelaar of timer aan tussen klem 5 en 21 van klemmenbord M3. Het contact
moet potentiaalvrij zijn.
250 V AC
2 A Weerstandsstroom - 2 A Inductiestroom
EN 60730-1