Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Zuigaansluiting; Gasuitlaat; Elektrische Aansluiting / Besturing; Installatie - BUSCH DOLPHIN LA 0053-1111 A Installatie- En Bedieningsaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

● Zorg ervoor dat temperatuurgevoelige delen (plastic, hout, karton,
papier, elektronica) niet in aanraking komen met het oppervlak van
de vacuümpomp
● Zorg ervoor dat de installatieruimte of locatie zodanig wordt ge-
ventileerd zodat er voldoende koeling van de vacuümpomp is ge-
garandeerd
VOORZICHTIG
Tijdens bedrijf kan het oppervlak van de vacuümpomp temperatu-
ren bereiken van meer dan 70 °C.
Gevaar voor verbranding!
● Zorg ervoor dat de vacuümpomp niet per ongeluk aangeraakt
wordt tijdens bedrijf, voorzie een bescherming indien gewenst

Zuigaansluiting

VOORZICHTIG
_a
Indringen van vreemde objecten of vloeistoffen kan de
vacuümpomp ernstig beschadigen.
Wanneer het inlaatgas stof bevat of andere vreemde vaste deeltjes:
● Zorg ervoor dat de aanzuigleiding past op de zuigaansluiting (a)
van de vacuümpomp
● Zorg ervoor dat de pijpdiameter van de aanzuigleiding over de ge-
hele lengte op zijn minst even groot is als de de zuigaansluiting (a)
van de vacuümpomp
Wanneer de zuigleiding langer is dan 2 m is het zinvol om een grotere
leidingdiameter te gebruiken om capaciteitsverlies en overbelasting van
de vacuümpomp te voorkomen. Vraag advies bij uw lokale Busch
vertegenwoordiger!
Wanneer het vacuüm in stand moet blijven na het stoppen van de
vacuümpomp:
◆ Verzorg een hand- of een automatische klep (=terugslagklep)
in de zuigleiding
● Zorg ervoor dat de zuigleiding geen vreemde deeltjes, bv. lasspet-
ters, bevat

Gasuitlaat

Versie met opbouw vloeistofafscheider:
De uitlaatleiding mag een hoogte van 600 mm boven de uitlaatflens
(c) van de pompbehuizing niet overschreiden totdat de vloeistof ge-
scheiden is. Een te hoge positie zal tegendruk veroorzaken en mogelij-
ke overbelasting van de aandrijfmotor.
De uitlaatlucht moet ongehinderd kunnen uitstromen. Het is niet toe-
gestaan om de uitlaatleiding te blokkeren of te beperken of om het te
gebruiken als een bron voor blaaslucht.
● Zorg ervoor dat de uitlaatleiding op de gasuitlaat (c) van de
vacuümpomp past
● Zorg ervoor dat de pijpdiameter van de uitlaatleiding over de ge-
hele lengte op zijn minst even groot is als de gasuitlaat (c) van de
vacuümpomp
Wanneer de uitlaatleiding langer is dan 2 m is het zinvol om een grote-
re leidingdiameter te gebruiken om capaciteitsverlies en overbelasting
van de vacuümpomp te voorkomen. Vraag advies bij uw lokale Busch
vertegenwoordiger!
● Zorg ervoor dat de uitlaatleiding onder afschot ligt vanaf de
vacuümpomp of voorzie een vloeistofafscheider of een condens-
been met een aftapklep, zodat geen vloeistof terug kan lopen in de
vacuümpomp

Elektrische aansluiting / Besturing

● Zorg ervoor dat voldaan wordt aan de bepalingen volgens de
EMC-richtlijn 2004/108/EG en Laagspanningsrichtlijn
2006/95/EG, alsmede de van toepassing zijnde EN-normen, elek-
trische en ongevalrichtlijnen en de plaatselijke en nationale voor-
Installatie en Inbedrijfname
pagina 8
_ac
schriften (dit is de verantwoordelijkheid van de ontwerper van de
machine waar de vacuümpomp onderdeel van is: Ú pagina 17:
opmerking in de EG-verklaring van Overeenstemming).
● Zorg ervoor dat de voeding van de aandrijfmotor overeenkomt
met de gegevens op de typeplaat van de aandrijfmotor
● Zorg ervoor dat er een overbelastingsbescherming volgens
EN 60204-1 is voorzien voor de aandrijfmotor
● Zorg ervoor dat de aandrijving van de vacuümpomp niet door
elektrische of elektromagnetische storingen vanuit het net be-
ïnvloed wordt; vraag indien nodig advies aan de Busch service
Bij een mobiele installatie:
◆ Voorzie de elektrische aansluiting van kabeldoorvoeren die de
trekbelasting kunnen opvangen

Installatie

Montage

● Zorg ervoor dat aan de Installatievoorwaarden (Ú pagina 5) vol-
daan is
● Plaats of monteer de vacuümpomp op zijn plaats
● Zorg ervoor dat de grondplaat niet verbogen is en de flexibele
koppeling is uitgelijnd
Opmerking: Een niet juist uitgelijnde koppeling zorgt voor een ho-
gere belasting van de koppeling en lagers en daarmee voor een
voortijdige uitval van de vacuümpomp.

V-snaaraandrijving Monteren

● Monteer de V-snaaraandrijving

Controleren van de uitlijning van de V-snaarschijven

● Zorg ervoor dat de V-snaaraandrijving correct is uitgelijnd:
Correcte uitlijning: beide schijven/schijfpakketten liggen in één vlak
Foute uitlijning: axiale verschuiving
Foute uitlijning: schijven/schijfpakketten verdraaid
● Stel de V-snaarspanning af na de installatie van het bedrijfsvloei-
stoftoevoersysteem (de vacuümpompmag niet droog lopen)
LA 0053-1111 A, LB 0063-1011 A
0870150642

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Dolphin lb 0063-1011 a

Inhoudsopgave