3.6. Aansluiten condensafvoer
ä
Let op!
Monteer de condensslang onder afschot richting de
condensafvoer.
ä
Let op!
Als de ventilatie-unit buiten de thermische schil van de woning
is geplaatst (bijvoorbeeld op een ongeïsoleerde zolder), moet de
condensafvoer tot aan de ventilatie-unit thermisch worden
geïsoleerd.
ä
Let op!
De condensslang mag geen scherpe bochten vertonen!
In de winter kan de afvoerlucht uit de woning in de
warmtewisselaar condenseren. In de behuizing van de ventilatie-
unit is hiervoor een condensafvoeraansluiting geïntegreerd en moet
op een externe condensafvoer worden aangesloten.
a) Verwijder de beschermdop van de condensafvoer.
b) Schuif de meegeleverde flexibele slang over de
condensafvoertuit.
c) Voer de flexibele slang naar een sifon waarmee ten minste 50
mm waterslot kan worden gecreëerd. Zorg dat de slang diep
genoeg in de sifon steekt (minimaal 30 mm onder water).
30 mm
d) Vul de sifon om een waterslot te krijgen.
ä
Let op!
Voorkom dat de sifon droog komt te staan!
> 50 mm
27