NL
Automatische schakelblokkering
(servicefunctie 3.A)
Bij aansluiting van een weersafhankelijke re-
gelaar is geen instelling op het toestel nodig.
De verwarmingsregelaar optimaliseert het
antipendelprogramma.
Met de servicefunctie 3.A kunt u de automatische aan-
passing van de schakelblokkering inschakelen. Dit kan
bij ongunstig gedimensioneerde CV-installaties nodig
zijn.
Bij uitgeschakelde aanpassing van de schakelblokkering
moet de schakelblokkering met servicefunctie 3.b
worden ingesteld ( pagina 65).
Basisinstelling is 00 (uitgeschakeld).
Schakelblokkering (servicefunctie 3.b)
Alleen wanneer de automatische schakelblokkering
(servicefunctie 3.A) is uitgeschakeld, is deze
servicefunctie actief.
Bij aansluiting van een weersafhankelijke re-
gelaar is geen instelling op het toestel nodig.
De verwarmingsregelaar optimaliseert het
antipendelprogramma.
De schakelblokkering kan worden ingesteld van 00 tot
15 (0 minuten tot 15 minuten).
Basisinstelling is 03 (3 minuten).
Bij 00 is de schakelblokkering uitgeschakeld.
De kortst mogelijke schakelafstand is 1 minuut
(bij eenpijp- en heteluchtverwarmingen)
Schakelverschil (servicefunctie 3.C)
Alleen wanneer de automatische schakelblokkering
(servicefunctie 3.A) is uitgeschakeld, is deze service-
functie actief.
Bij aansluiting van een weersgestuurde ver-
warmingsregelaar is geen instelling op het
toestel nodig.
De verwarmingsregelaar verzorgt deze in-
stelling.
Het schakelverschil is de toegestane afwijking van de ge-
wenste aanvoertemperatuur. Deze kan in stappen van
1 K worden ingesteld. De minimale aanvoertemperatuur
is 35° °C.
Het schakelverschil kan van 00 tot 30 (0 tot 30 K)
worden ingesteld.
De basisinstelling is 10 (10 K).
Copyright (optional information)
Minimale nomimale warmtevermogen (verwarming en
tapwater) (servicefunctie 3.d)
Het CV- en het tapwatervermogen kunnen in procenten
op iedere willekeurige waarde tussen minimale nominale
warmtevermogen en maximale nominale warmtevermo-
gen worden ingesteld.
Basisinstelling is het minimale nominale warmtevermo-
gen (verwarming en tapwater) - deze is afhankelijk van
het betreffende toestel.
Schakeltijd tapwater-warmhouding (alleen 24|30|35|42
HRC) (servicefunctie 3.E)
Deze servicefunctie werkt alleen in comfortbedrijf.
Deze bepaalt na het voorverwarmen of de tapwatervraag
de tijd, die tot aan de volgende opwarming van de pla-
tenwarmtewisselaar verloopt. Daarmee wordt een te
sterke opwarming van de platenwarmtewisselaar voor-
komen.
De schakeltijd kan van 20 tot 60 (20 tot 60 minuten) wor-
den ingesteld.
Basisinstelling is 20 (20 minuten).
Duur warm houden (alleen 24|30|35|42 HRC)
(servicefunctie 3.F)
De duur van het warm houden geeft aan, hoe lang het
CV-bedrijf na een tapwaterafname geblokkeerd blijft.
De duur van het warm houden kan van 01 tot 30
(1 tot 30 minuten) worden ingesteld.
Basisinstelling is 05 (5 minuten).
Maximale warmhoudtemperatuur van het warmteblok
(alleen 24|30|35|42 HRC) (servicefunctie 4.b)
De maximale warmhoudtemperatuur van het warmte-
blok kan tussen 40 tot 65 (40 °C tot 65 °C) worden inge-
steld.
Basisinstelling is 65 (65 °C).
Waarschuwingstoon (servicefunctie 4.d)
Bij een storing klinkt een waarschuwingstoon. Met de
servicefunctie 4.d kan de waarschuwingstoon worden
uitgeschakeld.
De basisinstelling is 01 (ingeschakeld).
Toesteltype (servicefunctie 4.E)
Met deze servicefunctie wordt het bepaalde CV-toestel-
type weergegeven.
Mogelijke aanwijzingen zijn:
• 00: alleen verwarming
• 01: combitoestel
• 02: boiler-NTC op Heatronic aangesloten
• 03: boilerthermostaat op Heatronic aangesloten
Instellingen Heatronic | 65
6 720 648 865 (2011/05)