2.
Monteer de vloerplaat op het platform binnenin
de cabine.
Figuur 33
1. Vloerplaat
3.
Zorg ervoor dat de boutkoppen op het platform
overeenkomen met de uitsparingen in de
vloerplaat.
7
De slangen aansluiten
Benodigde onderdelen voor deze stap:
2
Fitting (⅜ NPT x 0,625 geribd)
2
Slangklem
1
Fitting met rechte hoek (¾")
1
Fitting met rechte hoek (⅞")
2
R-klem
De verwarmingsslangen
aansluiten
1.
Breng afdichtmiddel aan op de fitting (⅜ NPT x
0,625 geribd); sla de eerste schroefdraad over.
2.
Verwijder de pluggen van de toevoer- en
retourslang van de verwarming van de motor
en monteer de fittings (⅜ NPT x 0,625 geribd);
zie
Figuur
34.
g030849
1. Fitting (⅜ NPT x 0,625
geribd)
2. Plug van retourslang
3.
Draai de fittings (⅜ NPT x 0,625 geribd)
handvast en vervolgens nog eens 2 tot 3 slagen
vaster.
4.
Leid de verwarmingsslangen en de afvoerslang
door de slangring op de achterste cabinesteun
(Figuur
35).
1. Slangring
2. Afvoerslang
5.
Schuif de slangklem over de toevoerslang en
plaats de slang over de fitting (⅜ NPT x 0,625
geribd), zie
Opmerking:
plug aan 1 uiteinde. Verwijder de plug voordat u
de slang monteert.
14
Figuur 34
3. Fitting (⅜ NPT x 0,625
geribd)
4. Plug van toevoerslang
Figuur 35
3. Verwarmingsslang
4. Afvoerslang
Figuur
36.
De toevoerslang heeft een rode
g303473
g030761