5 Uitleg over de meting van menselijke trillingen
5.1 ISO normen
We maken onderscheid tussen twee categorieën menselijke trillingen: hand-arm vibraties en
lichaamstrillingen.
Beide soorten trillingsmetingen worden beschreven in de internationale normen:
• ISO 5349 - Meetmethoden voor hand-arm vibraties
• ISO 2631 - Meetmethoden voor lichaamstrillingen (ook ASA/ANSI S3.18)
• ISO 8041 - Meetapparatuur voor lichaamstrillingen
• ISO 8662 - Meting van mechanische trillingen aan de handgreep van gemotoriseerde machines
• ISO 6954 - Trillingen op schepen
• ISO 10056 - Trillingen in railvoertuigen
• ISO 10326 - Laboratoriumtesten voor de beoordeling van trillingen van voertuigstoelen
• ISO 28927 - Handheld gemotoriseerde machines- Testmethoden voor het beoordelen van de trilling
emissie.
Praktijkgerichte aanwijzingen voor de meting van hand-arm vibraties en lichaamstrillingen vindt men
ook in de norm VDI 2057.
5.2 EU-richtlijn 2002/44/EG
Hieronder vindt u een korte samenvatting van de EU-richtlijn 2002/44/EG van het Europese
parlement en de raad van 25 juni 2002. In de richtlijn vindt men de minimale veiligheidseisen ter
bescherming van werknemers voor de gevaren van vibraties. De fabrikanten van machines en
apparaten, alsmede de werkgevers die deze inzetten, zijn verplicht een risicoanalyse met betrekking
tot de trilling-belasting van de bediener door te voeren. De risicoanalyse kan op basis van de
specificaties van de fabrikant of door middel van een meting, bijv. met behulp van de Trillingsmeter
PCE-VM 31, geschieden. De richtlijn legt de volgende grenswaarden vast:
Tabel 1
Drempelwaarde
Blootstellingslimiet
Wordt de drempelwaarde overschreden kunnen technische en organisatorische maatregelen ter
verlaging van de trilling-belasting genomen worden.
Met name de volgende maatregelingen:
Alternatieve werkwijze, die de trilling-belasting verlaagt.
Gebruik maken van geschikte middelen, die de belasting reduceren.
Inzetten van beschermende middelen, bijv. trilling-dempende stoelen of handgrepen.
Onderhoudsschema opstellen voor arbeidsmiddelen.
Aanpassen van het ontwerp en de indeling van de werkplek.
Scholen van de werknemers m.b.t. de correcte ingebruikname van de arbeidsmiddelen.
Begrenzen van de arbeidsduur, bij werkzaamheden waarbij trillingen optreden.
Opstellen van werkschema's met rustperioden.
Het verstrekken van kleding aan werknemers ter bescherming tegen kou en vocht.
GEBRUIKSAANWIJZING Trillingsmeter PCE-VM 31
Hand-arm, RMS
2,5 m/s²
5 m/s²
Lichaam, RMS
0,5 m/s²
1,15 m/s²
7
Lichaam, RMS
1,75
9,1 m/s
1,75
21 m/s