40
Kalibratiebereik: -9,9° tot +9,9°. 0° is standaard.
Ú Notitie:
Kalibratie van de watertemperatuur verschijnt alleen als
de transducer temperatuur kan meten.
Transducertype
Ú Notitie:
Het transducertype wordt automatisch ingesteld voor
transducers die Transducer ID (XID) ondersteunen en kan niet
door de gebruiker worden geselecteerd.
Onder Type transducer type selecteert u het model van de
transducer die met de sonarmodule is verbonden. De geselecteerde
transducer bepaalt welke frequenties u kunt kiezen bij gebruik van
de sonar. Sommige transducers met ingebouwde
temperatuursensoren geven de temperatuur niet nauwkeurig weer,
en bij selectie van de verkeerde transducer wordt de temperatuur
helemaal niet weergegeven. Temperatuursensoren hebben een
impedantie van 5k of 10k. Wanneer beide opties worden gegeven
voor hetzelfde model transducer, raadpleeg dan de documentatie
van de transducer om de impedantie vast te stellen.
Stuurautomaat instellen
Voor de stuurautomaat voor de trollingmotor zijn geen speciale
instellingen vereist. Zie de bedieningshandleiding voor meer
informatie.
De NAC-1 stuurautomaatcomputer (stuurautomaat voor
buitenboordmotor) moet worden ingesteld zoals beschreven in de
volgende hoofdstukken.
Ú Notitie:
Het woord roer wordt soms gebruikt in menu's en
dialoogvensters. In deze context fungeert de
buitenboordmotor als roer.
Gegevensbronnen van de stuurautomaat
Zorgt voor automatische en handmatige selectie van
gegevensbronnen voor de stuurautomaat voor de
buitenboordmotor.
Software installeren
| HDS Live Installatiehandleiding