4
28
Software installeren
Voor de eerste keer opstarten
Wanneer de apparaat de eerste keer wordt opgestart, of na het
herstellen van de fabrieksinstellingen, worden verschillende
dialoogvensters op de unit weergegeven. Volg de aanwijzingen in
de dialoogvensters om de basisinstellingen in te voeren.
In het dialoogvenster Systeem regelingen kunt u verdere
instellingen invoeren en instellingen later wijzigen.
Volgorde software-instellingen
1
Algemene instellingen - zie "Systeeminstellingen" op pagina
29.
•
Kies de gewenste algemene instellingen
2
Geavanceerde instellingen - zie "Geavanceerd" op pagina
29.
•
Functies in- of uitschakelen
•
Bekijk de verschillende geavanceerde instellingen en
breng de gewenste wijzigingen aan
3
Bronselectie - zie "Netwerkinstellingen" op pagina 49.
•
Zorg dat de juiste externe gegevensbronnen zijn
geselecteerd
4
Functies instellen
•
Configureer bepaalde functies, zoals verderop in dit
hoofdstuk beschreven
De unit in- en uitschakelen
Het systeem wordt ingeschakeld door op de aan/uit-knop te
drukken.
Houd de Aan/uit-knop ingedrukt om de unit uit te schakelen
U kunt de unit ook uitschakelen in het dialoogvenster Systeem
regelingen.
Software installeren
| HDS Live Installatiehandleiding