Akkoorden spelen (Chord Memory)
Chord Memory is een functie die een vooraf geregistreerde akkoordvorm laat klinken
wanneer u één noot op het klavier speelt.
1.
Druk op de [CHORD MEMORY]-knop om deze te doen branden.
2.
Bespeel het klavier.
Er wordt een akkoord gespeeld volgens de huidige geselecteerde akkoordvorm.
3.
Verplaats de cursor naar "CHORD FORM" en wijzig de akkoordvorm.
De manier waarop het akkoord wordt gespeeld, verandert.
4.
Als u deze functie wilt uitschakelen, drukt u opnieuw op de
[CHORD MEMORY]-knop om deze te doven.
Ritmepatronen selecteren/spelen
U kunt op dit apparaat spelen terwijl er een ritmepatroon wordt afgespeeld.
1.
Druk op de [RHYTHM PATTERN]-knop.
Het RHYTHM PATTERN-scherm verschijnt.
2.
Verplaats de cursor naar "RHYTHM GROUP".
3.
Gebruik het [VALUE]-wiel om een ritmegroep te selecteren.
4.
Raak <Intro>–<Ending> aan om het ritmepatroon te
selecteren dat u wilt afspelen.
Het ritmepatroon wordt afgespeeld.
MEMO
Als u wilt stoppen, raakt u het pictogram aan van het ritmepatroon dat
wordt afgespeeld.
Het tempo wijzigen
1.
Druk op de [TEMPO]-knop om naar het TEMPO-scherm te gaan.
2.
Gebruik het [VALUE]-wiel om het tempo te wijzigen.
MEMO
U kunt het tempo opgeven door op de [TEMPO]-knop te drukken in de gewenste
timing (slagtempo). Druk drie keer of meer in kwartnootintervallen van het
gewenste tempo.
De schuifregelaars en controleregelaars gebruiken
1.
Gebruik de [ZONE 1-8/9-16]-knop om de zones (ZONE1–
ZONE8/ZONE9–ZONE16) die u wilt bedienen, te wisselen.
2.
Druk op een functieselectieknop om de parameter te
selecteren die u wilt bedienen.
Knop
Uitleg
De controleregelaars regelen de pan van elke zone en
[PAN/LEVEL]-knop
de schuifregelaars regelen het volume van elke zone.
U kunt de controleregelaars en schuifregelaars
gebruiken om de parameters te regelen die vooraf aan
[ASSIGN1]-knop
de scene of het systeem zijn toegewezen. Met ASSIGN1
kunt u de parameters regelen die voor elke scene
[ASSIGN2]-knop
zijn toegewezen. Met ASSIGN2 kunt u de parameters
regelen die voor het systeem zijn toegewezen.
3.
Verplaats de controleregelaars en schuifregelaars.
Het geluid wordt gewijzigd afhankelijk van de toegewezen functie (zoals pan of
volume).
MEMO
U kunt de [SHIFT]-knop ingedrukt houden en op de [ASSIGN1]- of
[ASSIGN2]-knop drukken om het bewerkingsscherm voor het toewijzen
van parameters te openen. Raadpleeg de "Reference Manual" (PDF) voor
meer informatie.
Het analoge filter gebruiken
Dit apparaat is uitgerust met een analoog filter zodat u kunt genieten van diverse
geluidsontwerpmogelijkheden.
1.
Druk op de [ANALOG FILTER]-knop.
Het Analog Filter-scherm verschijnt.
2.
Raak <EDIT> aan.
Het ANALOG FILTER-bewerkingsscherm verschijnt.
3.
Verplaats de cursor naar de gewenste parameter en bewerk
de waarde.
Gedeelte
Uitleg
OVERDRIVE
Regelt de hoeveelheid vervorming.
FILTER
Dit is een analoog filter met vijf typen.
Het volume van meerdere zones tegelijkertijd wijzigen (Motional Pad)
Met de Motional Pad-functie kunt u het volume van vier zones tegelijkertijd wijzigen
door op het scherm te slepen. Door de Motional Pad-functie te gebruiken, kunt u
diverse toonveranderingen produceren met behulp van één vinger.
1.
Druk op de [MOTIONAL PAD]-knop.
Het MOTIONAL PAD-scherm verschijnt.
De nummers van de zones die worden gebruikt met de Motional Pad-functie,
worden weergegeven in de zonenummergebieden in de vier hoeken van het
scherm. Als een toepasselijke zone is uitgeschakeld, drukt u op de ZONE INT/EXT-
knop [1]–[8] om de zone in te schakelen.
Zonenr.
Aanwijzer
Zonenr.
2.
Sleep de cirkel (aanwijzer) in het midden van het scherm om
de positie ervan te wijzigen.
De volumebalans van de vier zones verandert afhankelijk van de positie van de
aanwijzer en het geluid verandert in realtime.
Spelen
13