4.3 Gasaansluiting
1
Afb. 4.2 Gasaansluiting
De gasinstallatie mag alleen worden uitgevoerd door een
bevoegd vakman. Daarbij moeten de wettelijke richtlijnen
en de plaatselijke voorschriften van het gasbedrijf in
acht worden genomen.
De gastoevoerleiding moet worden gelegd volgens de
Belgische normen NBN 51003.
Let op!
Zorg voor een spanningsvrije montage van de
gasleiding opdat er geen ondichtheden ontstaan!
• Installeer op een goed toegankelijke plaats een gas-
kogelkraan met brandveiligheidsinrichting in de gas-
toevoerleiding voor het apparaat.
• Monteer de gastoevoerbuis van het apparaat (1) gas-
dicht aan de schroefverbinding aan de gasarmatuur.
Let op!
De gasarmatuur van het apparaat mag maar
met een maximale druk van 50 mbar op
dichtheid gecontroleerd worden.
• Controleer de gasaansluiting met lekopspoorspray op
dichtheid.
Aanwijzing!
Bij vloeibaar gas onder de begane grond wordt
de installatie van een externe magneetklep
aanbevolen!
turboVIT combi
4.4 Aansluiting verbrandingsgas
1
2
Afb. 4.3 Aansluiting verbrandingsgas
Het VLT/VGA-systeem kan concentrisch (60/100, 80/125)
of gescheiden (80/80) aan het Vaillant-toebehoren
aangesloten worden. (zie de montagehandleiding van de
VLT/VGA-systeem).
• Verbind de ketel met het VLT/VGA-systeem door
middel van het adapterstuk zoals in Afb. 4.3 voorge-
steld is.
• Monteer het VLT/VGA-systeem overeenkomstig de
bijgeleverde montagehandleiding.
Installatie 4
BE
11