2.
Let op het typeplaatje voor de min. (1) en max. (2) toe-
rentallen op de luchtaanzuigbuis.
6.9.1
Het maximale ventilatortoerental
controleren
1.
Activeer het testprogramma (P.01) en stel de waarde in.
–
Instelwaarde van het programma P.01: 100
Controleprogramma's – overzicht (→ Pagina 27)
2.
Druk de toets menu 7 seconden lang in om naar de
instellingen van de diagnosecodes van het product te
gaan.
◁
Op het display verschijnt (0).
3.
Voor de controle van het maximale ventilatortoerental,
zie hoofdstuk Diagnosecodes activeren (→ Pagina 19)
en gebruik de diagnosecode (d.34).
Diagnosecodes - overzicht (→ Pagina 28)
▽
Als het gasdebiet niet overeenkomt met de op het
typeplaatje aangegeven waarde, neemt u contact op
met het serviceteam.
–
Toelaatbare tolerantie van het ventilatortoeren-
tal: −200 ... 200 o/min
4.
Druk op de toets
menu te verlaten.
6.9.2
Het minimale ventilatortoerental
controleren
1.
Activeer het testprogramma (P.01) en stel de waarde in.
–
Instelwaarde van het programma P.01: 0
Controleprogramma's – overzicht (→ Pagina 27)
2.
Druk de toets menu 7 seconden lang in om naar de
instellingen van de diagnosecodes van het product te
gaan.
3.
Voor de controle van het minimale ventilatortoerental,
zie hoofdstuk Diagnosecodes activeren (→ Pagina 19)
en gebruik de diagnosecode (d.34).
Diagnosecodes - overzicht (→ Pagina 28)
▽
Als het gasdebiet niet overeenkomt met de op het
typeplaatje aangegeven waarde, neemt u contact op
met het serviceteam.
–
Toelaatbare tolerantie van het ventilatortoeren-
tal: −200 ... 200 o/min
4.
Druk de toetsmenu 3 seconden lang in om naar het
testprogramma te gaan.
0020201089_02 IsoTwin Condens Installatie- en onderhoudshandleiding
1
2
of op de aan/uit knop, om het
Aanpassing aan de CV-installatie 7
6.10
Functie en dichtheid controleren
Voor u het product aan de gebruiker overhandigt:
▶
Controleer de gasleiding, het verbrandingsgasafvoer-
systeem, de CV-installatie en de warmwaterleidingen op
lekkages.
▶
Controleer of de buitenluchttoevoer vrij van koolstofmo-
noxide is.
◁
Voer de controle bij werkend product uit.
▶
Controleer of de VLT/VGA en de condensafvoerleidingen
perfect functioneren.
▶
Controleer de frontmantel op correcte montage.
6.10.1 Controle van de CV-functie
1.
Activeer het CV-bedrijf aan de gebruikersinterface.
2.
Draai alle thermostaatkranen aan de radiatoren volledig
open.
3.
Neem het product in gebruik.
–
Bedrijfsduur van het product: ≥ 15 min
4.
Controleer de actuele bedrijfsstatuscode.
Statuscodes - overzicht (→ Pagina 30)
◁
Als het product correct werkt, verschijnt op het
display S.04.
6.10.2 Warmwaterbereiding controleren
1.
Activeer het warmwaterbedrijf aan de gebruikersinter-
face.
2.
Draai een warmwaterkraan volledig open.
3.
Activeer de weergave van de actuele bedrijfstoestand.
(→ Pagina 25)
Statuscodes - overzicht (→ Pagina 30)
◁
Als het product correct werkt, verschijnt op het
display S.24.
7
Aanpassing aan de CV-installatie
7.1
Gebruik van de diagnosecodes
U kunt de als instelbaar in de tabel van de diagnosecodes
gemarkeerde parameters gebruiken om het product aan de
installatie en de wensen van de klant aan te passen.
Diagnosecodes - overzicht (→ Pagina 28)
7.1.1
Diagnosecodes activeren
1.
Druk de toets menu 7 seconden lang in om naar de
instellingen van de diagnosecodes van het product te
gaan.
◁
Op het display verschijnt (0).
2.
Druk op de toets
te selecteren.
◁
De toegangscode (96) is voorbehouden voor de
installateur.
3.
Druk om dit te bevestigen op de toets menu.
◁
Op het display wordt de diagnosecode en de bijbe-
horende waarde weergegeven.
of
, om de instelwaarde
19