Serieopnamen maken met verschillende
belichtingsinstellingen (AUTO BRACKET)
Bij de functie Verschillende belichtingsinstellingen worden automatisch drie
achtereenvolgende opnamen gemaakt met de opgegeven belichtingswaarde,
bij drie belichtingsniveaus bij: -0,5EV, ±0, en +0,5EV.
Opmerking
Deze functie is niet beschikbaar wanneer u een opname met geluid maakt.
1.
Schakel de keuzeknop naar 5.
2.
Druk op de knop M.
Het menu Opname-instelling wordt
geopend.
3.
Druk op de knop " om [AUTO BRACKET] te selecteren en
druk op de knop O of $.
4.
Selecteer [ON] en druk daarna op
de knop O of #.
5.
Wanneer u in stap 4 op de knop #
hebt gedrukt, druk dan ook op de
knop M.
Het menu Opname-instelling verdwijnt en
het LCD-scherm toont [AB].
6.
Druk op de ontspanknop.
Er worden drie achtereenvolgende
opnamen gemaakt met de opgegeven
waarden voor Belichtingscompensatie als
de standaardwaarde, bij -0,5 EV, ±0 en
+0,5 EV.
Na de opnamen worden de drie foto's op
het LCD-scherm weergegeven. Ze zijn
vanaf links bij -0,5 EV (donkerder), standaardcompensatie en +0,5 EV
(lichter) genomen.
Deze instelling wordt voor de opnamen gebruikt tot u deze instelling
wijzigt of het apparaat uitschakelt.
Referentie
• Zie p.76 voor het aanpassen van de belichtingscompensatie.
• Zie p.77 voor het wijzigen van de witbalans.
68