Voorbereidingen
Schakel het apparaat in en maak u klaar om een opname te maken.
Opmerking
Wanneer u de camera al eerder hebt gebruikt, volg dan de
onderstaande stappen om te controleren of het apparaat is
uitgeschakeld voordat u batterijen verwijdert of plaatst.
1. Zorg dat het LCD-scherm is uitgeschakeld.
2. Controleer of de lensdop is gesloten.
Zie p.24 voor het uitschakelen van de camera.
Batterijen
De volgende batterijen kunnen in de camera worden gebruikt.
Selecteer het type batterij dat u wilt gebruiken.
• Oplaadbare batterij DB-50 (inbegrepen)
Dit is een lithiumbatterij. Dit is goedkoper, omdat u de
batterij kunt opladen met de batterijlader en telkens
opnieuw kunt gebruiken. Ze hebben een lange
gebruiksduur en zijn dus zeer praktisch wanneer u op
reis bent.
• AA-alkalinebatterijen (LR6) (verkrijgbaar in
de winkel)
U kunt ze overal kopen, dus ook wanneer u op reis
bent.
Bij lagere temperaturen zult u echter minder opnamen
kunnen maken. Warm de batterijen op voordat u ze
gebruikt. We raden u aan de oplaadbare batterij te
gebruiken wanneer u de camera langere tijd gebruikt.
• AA-nikkelbatterijen (verkrijgbaar in de
winkel)
Deze batterijen zijn niet oplaadbaar. Ze gaan echter
langer mee dan AA-alkalinebatterijen in een digitale
camera.
16