Advertenties
Symptoom
Een foto is onscherp.
De flitser wordt niet gebruikt.
Of de flitser wordt niet
opgeladen.
De foto is donker, zelfs
wanneer de flitser wordt
gebruikt.
Het beeld is te licht.
Het beeld is te donker.
Het beeld heeft geen
natuurlijke kleur.
De datum of opname-
informatie wordt niet
weergegeven.
148
Oorzaak
U hebt de camera bewogen toen u de
ontspanknop indrukte.
Wanneer u onder donkere
omstandigheden (bijvoorbeeld binnen)
foto's maakt, wordt de sluitertijd trager en
kunnen foto's onscherp worden.
In de volgende statussen is het gebruik
van de flitser niet mogelijk.
- Serieopnamen voor witbalans
ingeschakeld
- Continue opnamestand
- Stand Film
In bepaalde scènestanden wordt de flitser
standaard uitgeschakeld. (zie p.156)
De flitser wordt ingesteld op Flitser uit.
De batterijen zijn bijna leeg.
De afstand tot het onderwerp is meer dan
2,1 meter in Telephoto of meer dan 2,7
meters in Groothoek.
Het onderwerp is donker.
De hoeveelheid licht van de flitser is niet
voldoende.
De foto is overbelicht.
Het LCD-scherm is te licht of te donker.
De foto is onder donkere omstandigheden
genomen terwijl de camera was in gesteld
op
(Flitser uit).
De foto is onderbelicht.
Het LCD-scherm is te licht of te donker.
De foto is gemaakt onder
omstandigheden waarin het moeilijk was
de witbalans automatisch in te stellen.
De weergavefunctie van het scherm is
ingesteld op Geen weergave.
Oplossing
Houd de camera vast met beide ellebogen
stevig tegen uw lichaam. Of gebruik een
statief.
Gebruik de flitser. Of verhoog de ISO-
gevoeligheid.
Wijzig de instellingen of de stand als u toch
wilt opnemen met de flitser.
Gebruik de knop F om de selectie van de
stand Flitser uit op te heffen.
Wanneer u alkalinebatterijen gebruikt, moet u
de batterijen vervangen. Wanneer u
oplaadbare batterijen gebruikt, moet u de
batterijen opladen of de netadapter
gebruiken.
Ga dichter bij uw onderwerp staan en maak
de foto.
Corrigeer de belichting. (De
belichtingscorrectie wijzigt ook de
hoeveelheid licht van de flitser.)
Ga verder van het onderwerp staan of
verlicht het onderwerp en maak een foto
zonder flits.
Gebruik de belichtingscompensatie. Annuleer
de belichtingstijd.
Pas de helderheid van het LCD-scherm aan. p.110
Gebruik de knop F om de selectie van de
stand Flitser uit op te heffen.
Gebruik de belichtingscompensatie. Stel in
op de belichtingstijd.
Pas de helderheid van het LCD-scherm aan. p.110
Voeg een wit voorwerp toe aan de
compositie. Of gebruik een andere instelling
voor witbalans dan Auto.
Druk op de knop DISP. en wijzig de
weergavestand.
Zie
p.29
p.38
p.79
p.12
p.69
p.85
p.89
p.156
p.38
p.16
p.38
p.76
p.38
p.71
p.76
p.38
p.71
p.76
p.77
p.27
Advertenties
Hoofdstukken
