1. De installatielocatie selecteren
[1] Installatievoorwaarden
Selecteer de installatielocatie in overleg met de klant.
Selecteer een locatie voor het installeren van de buitenunit die voldoet aan de volgende voorwaarden:
• Deze unit is alleen bedoeld voor installatie buiten.
• De unit zal niet onderhevig zijn aan warmte van andere warmtebronnen.
• Het geluid van de unit zal geen probleem zijn.
• De unit wordt niet blootgesteld aan harde wind.
• Water van de unit kan juist worden afgevoerd.
• Er wordt voldaan aan de ruimtevereisten (gespecificeerd op pagina's 7 t/m 9).
<1> Bescherming bieden tegen wind
Zorg, met gebruik van de afbeeldingen
rechts als referentie, voor toereikende
bescherming tegen wind.
Een unit die alleen is geïnstalleerd, is
kwetsbaar voor harde wind. Selecteer de
installatielocatie zorgvuldig voor het
minimaliseren van het effect van wind.
Bij het installeren van een unit waar de
wind altijd uit dezelfde richting blaast,
installeert u de unit zo dat de
uitlaatvlakken weg staan van de richting
van de wind.
<2> Installatie in een koud klimaat
Denk aan het volgende bij het installeren van de units in gebieden waar sneeuw of harde wind prevaleert.
• Vermijd directe blootstelling aan regen, wind en sneeuw.
• Ijspegels die zich kunnen vormen onder de fundering, kunnen vallen en lichamelijk letsel of schade aan
eigendommen veroorzaken. Selecteer de installatielocatie zorgvuldig voor het reduceren van deze risico's, vooral
bij het installeren van de unit op een dak.
• Als de units worden geïnstalleerd in de directe lijn van regen, wind of sneeuw, installeert u de optionele
sneeuwkap (op zowel het afvoer- als het aanzuigkanaal). Gebruik als nodig een sneeuwnet of sneeuwhek om de
unit te beschermen.
• Installeer de unit op een basis die ongeveer tweemaal zo hoog is als de verwachte sneeuwval.
• Als de unit gedurende een lange tijd ononderbroken wordt bediend wanneer de temperatuur van de buitenlucht
onder het vriespunt is, installeert u een verwarming bij de basis van de unit om te voorkomen dat het water
bevriest bij de onderkant van de unit.
• Bij het gebruik van de unit in een buitentemperatuur van -15ºC of lager, installeert u een afvoerbak (met
verwarming met capaciteit van 320 W of meer) bij het bodemvlak van de unit.
Wind
• Installeer de buitenunit op een plaats
waar het niet wordt blootgesteld aan
directe wind, zoals achter een
gebouw.
6
Wind
• Installeer de
buitenunit zo dat de
uitlaat-/inlaatvlakken
weg staan van de
wind.
Wind