(5) Het systeem opnieuw initialiseren
Wanneer de instellingen voor de onderstaande items zijn gewijzigd, moet het systeem opnieuw worden
geïnitialiseerd.
• DIP-schakelaar SW2-9 (besturing meerdere units)
• Externe signaalingangsinstelling: Itemcodes [105], [106], [107], [110], [111], [112], [121] en [1214]
• Draaischakelaars (SWU1 en SWU2) (unitadres)
Neem de volgende stappen om het systeem opnieuw te initialiseren:
(1) Stel de draaischakelaar SWU3 in op "F".
[FFFF] wordt weergegeven in de LED1.
(2) Houd de drukschakelaar SWP3 één seconde of langer ingedrukt.
• Wanneer het systeem wordt opgestart, wordt een itemcode [9999] weergegeven op LED1.
• Wanneer opstarten is uitgevoerd, wordt een besturingseigenschap [0001] weergegeven.
• Vervolgens wordt, vijf seconden later, [FFFF] weergegeven.*
Als [EEEE] wordt weergegeven, voert u de procedures in (2) opnieuw uit.
*
[--ng] wordt weergegeven voordat het waterdebiet wordt aangepast.
(3) Stel de draaischakelaar SWU3 weer in op "0".
(6) Het systeem resetten
Neem de volgende stappen om het systeem te resetten. Een fout kan ook gereset worden door het volgen van de
onderstaande stappen.
Wanneer een fout op de HOOFD-unit wordt gereset, zullen alle subunits stoppen.
(1) Stel de draaischakelaar SWU3 in op "F".
[FFFF] wordt weergegeven in de LED1.
(2) Houd de drukschakelaar SWP3 één seconde of langer ingedrukt.
• Wanneer het systeem wordt opgestart, wordt een itemcode [9999] weergegeven op LED1.
• Wanneer opstarten is uitgevoerd, wordt een besturingseigenschap [0001] weergegeven.
• Vervolgens wordt, vijf seconden later, [FFFF] weergegeven.
(3) Stel de draaischakelaar SWU3 weer in op "0".
32