(1) Instellingen sensormethode
Stap 0
Stel SWS1 in op UIT vanaf de afstandsbediening of met de lokale schakelaar.
Instellingen kunnen niet worden gewijzigd, tenzij de AAN/UIT-schakelaar is ingesteld op UIT.
Stel de AAN/UIT-
schakelaar (SWS1)
in op UIT.
Stap 1
Stel de DIP-schakelaars op de printplaat als volgt voordat u de instellingen maakt voor de in
dit hoofdstuk omschreven items.
Stel de DIP-
schakelaars SW2
en SW3 in.
Stap 2
De in de onderstaande tabel getoonde itemcodes worden op volgorde weergegeven bij elke
keer dat op de drukschakelaar SWP3 wordt gedrukt.
Selecteer het
Gebruik de drukschakelaars SWP1 en SWP2 voor het wijzigen van de waarde van het
gewenste item met
geselecteerde item.
de drukschakelaar
De waarde blijft knipperen terwijl het wordt gewijzigd.
SWP3.
Stap 3
Druk op de
drukschakelaars
0: Lokale besturingsmethode
1: Methode met drie sensoren
SWP1 (↑) of SWP2
2: Methode met zes sensoren
(↓) voor het
verhogen of
* PAR-W31MAA of AE-200 is vereist wanneer methode met drie of zes sensoren wordt gebruikt.
verlagen van de
waarde.
Stap 4
Druk eenmaal op SWP3 binnen één minuut na het wijzigen van de instelling met SWP1 of
SWP2 om de instelling op te slaan.
Druk op de
Wanneer de nieuwe instelling is opgeslagen, stopt het display met knipperen en blijft branden.
drukschakelaar
De display keert dan terug naar de weergavemodus van itemcode.
SWP3 om de
Als niet binnen één minuut op SWP3 wordt gedrukt, wordt de wijziging niet opgeslagen en de
wijziging op te
display keert terug naar de weergavemodus van itemcode.
slaan.
* Bij het gebruik van meerdere units, configureert u dezelfde instellingen voor elke unit.
* Wanneer "Lokale besturingsmethode" is geselecteerd, wordt de AAN/UIT-regeling voor opslag van warm water uitgevoerd door AAN/UIT-status van TB6 32-33.
SW2
SW3
-10
5
6
7
UIT
UIT
UIT
UIT
Instelling sensormethode
8
9
10
AAN
UIT
UIT
Itemcode
Toenamen
1214
1
40
Onderlimiet
Bovenlimiet
0
2
Beginwaarde
0