(3)Aanpassing van waterdebiet (wanneer de besturing secundaire zijde is ingeschakeld)
Stap
Inhoud
a
Controle waterpeil
b
Stroombediening
c
Bedieningsprocedure 1
d
Bedieningsprocedure 2
e
Bedieningsprocedure 3
f
Stop bediening 1
g
Stop bediening 2
Het debiet controleren na het aanpassen van het debiet
Met de debietaanpassing wordt het pompvermogen en de opening van de debietregelklep aangepast om te
bepalen hoe het debietkenmerk te passen bij het lokale circuit. Gebruik de methode hieronder (*3 1 tot 4)
om het bedrijfsresultaat te controleren (kenmerk).
Als ontluchten niet volledig werd uitgevoerd en de kaart niet just werd aangemaakt, zal een
waterafsluitingsfout, fout hoge druk of andere problemen optreden bij het bedienen van het systeem.
Controleer in dat geval de punten hieronder. Als de waarden abnormaal zijn, moet u opnieuw ontluchten
en opnieuw het debiet aanpassen.
(*3)
1 Stel de DIP-schakelaars van de PCB als hieronder getoond in.
SW2
-10
-5
UIT
UIT
2 Druk herhaaldelijk op SWP3 voor het wijzigen van de code die wordt getoond op het display van de PCB. De
code verandert bij elke keer drukken (*4).
Blijf drukken op SWP3 totdat 'dxx' wordt weergegeven op de digitale display van de PCB.
('dxx' is een code die het debiet bevat voor een specifieke pompuitgangsopening en klepopening. Zie Tabel 1.)
(*4) Als het debiet nooit is aangepast, wordt 'ng' weergegeven na opstarten van het systeem. Pas in dit geval
het debiet aan.
3 Druk op SWP1 of SWP2 voor het weergeven van het bedieningsresultaat (debietkenmerk) dat hoort bij elke
debietcode 'dxx' in Tabel 1 en schrijf ze op.
Bediening en controlepunten
Controleer of het waterpeil op vol peil staat.
Schakel de stroom AAN.
Controleer dat de besturing secundaire zijde
is ingeschakeld.
Wijzig de instelling van PCB-schuif SWS1
van EXTERN naar LOKAAL.
Wijzig de instelling van SW1-6 van UIT naar
AAN.
Wijzig de instelling van SW1-6 van AAN
naar UIT.
Wijzig de instelling van PCB-schuif SWS1
van LOKAAL naar EXTERN.
SW3
-6
-7
-8
UIT
UIT
UIT
Water wordt toegevoerd, zelfs wanneer het
doelwaterpeil is bereikt.
Als het debiet nooit is aangepast, wordt '--
ng' weergegeven.
Raadpleeg pagina 28 (4-[3]-(3)-3) voor
details.
* Zorg ervoor dat SWS2 is ingesteld op de
onderste zijde. (Zie pagina 23.)
* Stap d en Stap e moeten op volgorde
worden genomen voor het uitvoeren van
de stromingsaanpassing.
De pompbediening en opening van
debietregelklep worden automatisch
aangepast, en het debiet wordt gemeten in
intervallen van 30 seconde.
* U kunt controleren of deze
debietaanpassing is beëindigd of in
behandeling is met gebruik van de
instelling die wordt gegeven in Opmerking
1.
-9
-10
AAN
AAN
37
Aanvullende toelichting
-
-