13. Trek de modulekast helemaal uit en zet deze op
de planken.
6.2 Modulekast inbouwen
1.
Zet de modulekast voorzichtig onderaan in de
kast en schuif deze langzaam en voorzichtig naar
binnen.
● Til de buizen op, zodat deze niet worden be-
schadigd.
2.
Breng de beide bevestigingsschroeven aan de zij-
kant aan.
3.
Verbind de hydraulische aansluitingen. Vervang
hierbij de O-ringen aan de warmtepompaanslui-
tingen ( bijgeleverd in extra pakket).
4.
Voer een drukproef uit en isoleer de buizen met
de bijgeleverde isolatieslangen ( extra pakket).
5.
Breng de elektrische aansluitingen tot stand:
● Steek beide stekkers aan de elektrische scha-
kelkast in. Verzeker u ervan dat de stekkers
vlot kunnen worden ingestoken en dat de lip-
pen vastklikken.
● Steek de zwarte, rechthoekige stekker boven-
aan op de modulekast in.
Technische wijzigingen voorbehouden | 83057800eNL | ait-deutschland GmbH
6.3 Hydraulische aansluitingen
monteren
LET OP
Vermijd open verwarmingssystemen en/of verwar-
mingssystemen die niet zuurstofdiffusiedicht zijn.
Indien dit niet mogelijk is, moet een systeemschei-
ding worden geïnstalleerd.
Afhankelijk van de dimensionering van de warm-
tewisselaar en de extra benodigde circulatiepomp
verslechtert de systeemscheiding de energie-effici-
entie van het systeem.
LET OP
Vuil en afzettingen in het (bestaande) hydraulische sys-
teem kunnen leiden tot schade aan de warmtepomp.
► Zorg ervoor dat er een lucht/magnetische sli-
bvang in het verwarmingscircuit gemonteerd is.
► Spoel het hydraulische systeem voor de hydrauli-
sche aansluiting van de warmtepomp goed door.
LET OP
Beschadiging van de koperen leidingen door ontoe-
laatbare belasting!
► Beveilig alle aansluitingen tegen verdraaiing.
De warmtebroninstallatie is volgens de voorschrif-
ten uitgevoerd ( planningshandboek, maat-
schetsen, opstellingsschema's).
De diameters en lengtes van de buizen van het
verwarmingscircuit en de warmtebron zijn vol-
doende gedimensioneerd.
De vrije opvoerhoogte van de circulatiepom-
pen brengt ten minste de voor dit apparaattype
vereiste minimale doorstroomhoeveelheid op
( "Technische gegevens / leveringsomvang",
vanaf pagina 21).
De leidingen voor het verwarmingscircuit en voor
de warmtebron zijn via een vast punt aan de wand
of het plafond bevestigd.
Het apparaat op warmtebron en
verwarmingscircuit aansluiten
1.
Monteer afsluiters aan de aansluitingen van het
warmtebron- en verwarmingscircuit.
2.
Breng op het hoogste punt van de warmtebron en
het verwarmingscircuit een ontluchter aan.
3.
Aanbeveling: monteer aan de ingang van de
warmtebron een vuilfilter met zeefgrootte 0,9 mm.
4.
Zorg ervoor dat de bedrijfsoverdruk ( "Techni-
sche gegevens / leveringsomvang", vanaf pagi-
na 21) in acht wordt genomen.
13