Het STOP-symbool verschijnt op het display en wanneer u een diepte tussen de 6 en
3 meter bereikt wordt ook het CEILING-symbool zichtbaar samen met de plafonddiepte
en de duur van de Verplichte Veiligheidsstop. U bent verplicht om hier te wachten totdat
de waarschuwing van de Verplichte Veiligheidsstop verdwijnt (Fig. 3.13).
In de Verplichte Veiligheidsstop is altijd een Aanbevolen Veiligheidsstop van 3 minuten
opgenomen. De totale duur van de Verplichte Veiligheidsstop hangt af van de ernst
van de overschrijding van de maximale stijgsnelheid.
U mag onder geen beding boven de 3 meter diepte opstijgen zolang de Verplichte
Veiligheidsstop nog niet afgerond is. Als u het plafond van 3 meter diepte doorbreekt,
verschijnt er een naar beneden wijzende pijl en hoort u een doorlopend alarmsig-
naal (Fig. 3.14). U dient direct af te dalen tot beneden het plafond van de Verplichte
Veiligheidsstop. Als u deze situatie snel en correct corrigeert zijn er geen gevolgen
voor de berekeningen van eventuele volgende duiken.
Als u echter te lang boven het plafond van de Ver-plichte Veiligheidsstop blijft wordt
het calculatiemodel aangepast en worden alle geen-decompressielimieten voor de
volgende duiken verkort. In deze situatie bevelen wij u aan om uw oppervlakte-interval
te verlengen voordat u weer een duik maakt.
3.3. DUIKEN MET DE ZOOP
De ZOOP heeft twee hoofdprogramma's: de persluchtmodus (Air) voor het duiken met
normale perslucht en de Nitroxmodus voor het duiken met ver-rijkte lucht (EANx). De
Nitroxmodus activeert u in het MODE – SET – MODEL menu.
35