3. DUIKEN MET DE ZOOP
In dit hoofdstuk wordt informatie gegeven over de bediening van de computer en het
afl ezen van het display. U zal zien dat de computer eenvoudig te gebruiken en af te
lezen is. Op ieder display is alleen die informatie te zien, die relevant is voor de situ-
atie waarin u zich bevindt.
3.1. VOOR DE DUIK
3.1.1. Activering en Controle Vooraf
De computer zal zich automatisch activeren wanneer deze meegenomen wordt naar
een diepte van meer dan 0,5 meter. Het is echter nodig om de computer vóór de duik
al te activeren, om de hoogte- en persoonlijke instellingen, het ingestelde zuurstofper-
centage, de batterijspanning etc. te controleren. Zet de computer daarom bij voorkeur
al een paar minuten voor de duik aan door op de SMART (Mode) knop te drukken.
Na het activeren van de computer zal het hele display enige tijd oplichten (Fig. 3.1).
Na een aantal seconden hoort u een piepsignaal, waarop de batterij-spanning wordt
gemeten en de displayverlichting aangaat (Fig. 3.2 a, b, c of d, afhankelijk van de bat-
terijspanning). Als de computer in de AIR modus staat (standaard), zal het scherm de
Surface Mode laten zien (Fig. 3.3). Als de computer in de Nitrox modus staat, ziet u
voordat de Surface Mode geactiveerd wordt eerst de tekst 'Nitrox' en alle essentiële
parameters op het display (Fig. 3.20).
25