Geavanceerde bediening
De beschrijvingen vanaf dit punt zijn voor functies die niet worden beschreven in
de softwarehandleiding van Serato DJ en die speciaal bedoeld zijn voor wanneer
dit toestel en Serato DJ samen worden gebruikt.
Serato Flip gebruiken
Met Serato Flip kun je sequenties zoals hot cue-bediening opnemen en oproepen.
Bezoek voor details over Serato Flip de informatie onder [Software Info] onder
[DDJ-SX2] op de ondersteuningssite van Pioneer DJ hieronder.
http://pioneerdj.com/support/
De performance-pads gebruiken
Deze functies worden omgeschakeld met de betreffende toetsen voor de pad-
stand (de [HOT CUE]-standtoets, [ROLL]-standtoets, [SLICER]-standtoets en de
[SAMPLER]-standtoets).
Gebruiken van hot-cues
Met deze functie kan de weergave onmiddellijk worden begonnen vanaf een positie
waarvoor een hot-cue is ingesteld.
! Er kunnen per muziekstuk tot acht hot-cuepunten worden ingesteld en
opgeslagen.
1 Druk op de [HOT CUE]-standtoets.
Er wordt overgeschakeld naar de hot-cuestand.
2 Je kunt in de afspeel- of de pauzestand het hot-cuepunt
instellen door op een performance-pad te drukken.
De hot-cuepunten worden toegewezen aan de verschillende performance-pads zoals
hieronder wordt getoond.
Hot-cue 1
Hot-cue 2
Hot-cue 5
Hot-cue 6
3 Druk op de performance-pad waarop het hot-cuepunt is
ingesteld.
Het afspelen begint vanaf het hot-cuepunt.
! Ingestelde hot-cuepunten kun je wissen door op een performance-pad en
tegelijkertijd op de [SHIFT]-toets te drukken.
De rolfunctie gebruiken
Wanneer er op een performance-pad wordt gedrukt, wordt er een lus met het aantal
beats dat aan die pad is toegewezen ingesteld en wordt de lus afgespeeld zo lang de
pad ingedrukt wordt gehouden.
Tijdens het afspelen van een lus-rol, zal op de achtergrond het normale afspelen
doorgaan met het oorspronkelijke ritme. Wanneer het afspelen van de lus-rol wordt
geannuleerd, zal het afspelen worden hervat vanaf het punt dat op de achtergrond is
bereikt op het moment waarop het afspelen van de lus-rol werd geannuleerd.
1 Druk op de [ROLL]-standtoets.
Er wordt overgeschakeld naar de roll-stand.
2 Druk op de [PARAMETERc]- of de [PARAMETERd]-toets.
De Loop Roll-beats die aan de performance-pads zijn toegewezen, schakelen steeds
over wanneer je op één van de toetsen drukt.
Je kunt de volgende vier instellingen maken:
1 4 beats vanaf 1/32
2 8 beats vanaf 1/16
3 16 beats vanaf 1/8
4 32 beats vanaf 1/4
Bijvoorbeeld, met de instelling "8 beats vanaf 1/16" is de instelling van de pad zoals
hieronder wordt getoond.
1/16 beat
1/8 beat
1 beat
18
Nl
Hot-cue 3
Hot-cue 4
Hot-cue 7
Hot-cue 8
1/4 beat
1/2 beat
2 beats
4 beats
8 beats
Het bereik van beats die zijn ingesteld voor de Loop Roll wordt weergegeven op het
scherm van de computer.
3 Houd één van de performance-pads ingedrukt.
Een Loop Roll met het aantal beats dat is toegewezen aan de pad die je hebt inge-
drukt, wordt afgespeeld. Het afspelen gaat door op de achtergrond tijdens het afspe-
len van de Loop Roll.
! Je kunt het aantal beats van de op dat moment spelende Loop Roll wijzigen
door op de [LOOP 1/2X]- of de [LOOP 2X]-toets te drukken tijdens het afspe-
len van de Loop Roll.
4 Laat de performance-pad los.
Het afspelen van de lus-rol wordt geannuleerd en het afspelen wordt hervat vanaf
het punt dat op de achtergrond is bereikt.
De Slicer-functie gebruiken
Het opgegeven bereik wordt in acht gelijke delen verdeeld en deze acht delen wor-
den aan de verschillende performance-pads toegewezen. Wanneer je op één van de
performance-pads drukt, wordt het geluid van het deel dat aan die pad is toegewe-
zen in een lus afgespeeld.
Tijdens het in een lus afspelen van het geluid van de pad, gaat het normale afspelen
met het oorspronkelijke ritme op de achtergrond door. Wanneer je de pad loslaat en
het afspelen van de lus eindigt, wordt het afspelen hervat vanaf de positie die op dat
punt is bereikt.
! De Slicer-functie kan niet worden gebruikt bij muziekstukken waarvoor geen
beatpatroon is ingesteld. Zie voor nadere bijzonderheden over het instellen van
beatpatronen de softwarehandleiding van Serato DJ.
— Je kunt beatpatronen ook instellen met de [GRID ADJUST]- en de
[GRID SLIDE]-toets van deze unit. (pag. 11 )
1 Druk op de [SLICER]-standtoets.
Er wordt overgeschakeld naar de slicer-stand.
! Als je de [SHIFT]-toets ingedrukt houdt en vervolgens de [SLICER]-standtoets
indrukt, wordt de stand overgeschakeld naar de lusstand van de slicer.
= Informatie over de slicer-stand en de lusstand van de slicer (pag. 19 )
2 Druk op de [PARAMETERc]- of de [PARAMETERd]-toets
terwijl je de [SHIFT]-toets ingedrukt houdt.
Stel het domein in voor de Slicer-functie. De waarde die is ingesteld voor het domein
wisselt steeds wanneer je op één van de toetsen drukt terwijl je de [SHIFT]-toets
ingedrukt houdt.
Je kunt het domein instellen op één van de zes instellingen: 2 beats, 4 beats, 8 beats,
16 beats, 32 beats of 64 beats.
De acht gelijke delen waarin het bereik dat met de domeininstelling is opgegeven is
verdeeld, worden toegewezen aan de verschillende performance-pads, zoals hieron-
der wordt getoond.
1
2
3
Sliced-delen 1 tot 8
Deel 1
Deel 2
Deel 5
Deel 6
Domein
4
5
6
7
8
Deel 3
Deel 4
Deel 7
Deel 8