Elektrische installatie
1
4
4
7
1
Stuurklemmen
2
Relaisklemmen
3
UDC+, UDC-, lijn (L3, L2, L1)
4
PE
5
LCP-connector
6
®
VLT
®
7
VLT
8
Veerklem voor PROFIBUS-kabel
Afbeelding 4.10 Positie van klemmen en relais, MH2-MH3
Stuurklemmen
12 20 55
20 27 29 42 45
Afbeelding 4.11 Stuurklemmen
26
3
2
6
PROFIBUS DP MCA 101
Memory Module MCM 101
OFF
50 53 54
55
Danfoss A/S © 11/2015 Alle rechten voorbehouden.
®
VLT
DriveMotor FCP 106/FCM 106
Klemnu
4
mmer
12
18
19
20
27
8
29
5
50
53
54
55
42
45
1, 2, 3
4, 5, 6
Tabel 4.2 Stuurklemfuncties
* Geeft de standaardinstelling aan.
BUS TER.
LET OP
ON
PNP/NPN is gemeenschappelijk voor klem 18, 19, 27 en
61 68 69
29.
4.8.3 Loadsharing
Loadsharing is niet toegestaan.
4.8.4 Rem
De frequentieregelaar heeft geen interne rem. Er kan een
externe rem worden aangesloten tussen de klemmen UDC
+ en UDC-. Begrens de spanning tussen deze klemmen op
maximaal 768 V.
LET OP
Een grotere spanning dan deze limiet verkort de
levensduur van de frequentieregelaar en kan deze
permanent beschadigen.
Functie
Configuratie
+24 V-
–
uitgang
Digitale
*PNP/NPN
ingang
Digitale
*PNP/NPN
ingang
Com
–
Digitale
*PNP/NPN
ingang/
uitgang
Digitale
*PNP/NPN
ingang/
uitgang/
pulsingang
+10 V-
–
uitgang
Analoge
*0-10 V/0-20 mA/
ingang
4-20 mA
Analoge
*0-10 V/0-20 mA/
ingang
4-20 mA
Com
–
10 bit
*0-20 mA/4-20 mA/DO
10 bit
*0-20 mA/4-20 mA/DO
Relais 1
1, 2 NO 1, 3 NC
Relais 2
4, 5 NO 4, 6 NC
Fabrieksin-
stelling
–
Start
Niet in bedrijf
–
Vrijloop geïnv.
Jog
–
Ref1
Ref2
–
Analoog
Analoog
[9] Alarm
[5] Actief
MG03L310