Mechanische installatie
Bedieningshandleiding
3.3.4 De DriveMotor monteren
3
3
Afbeelding 3.4 Installatiestand, IP 54/UL Type 3R
Monteer de DriveMotor zo dat er voldoende ruimte is voor periodiek onderhoud. Houd u aan de aanbevolen vrije ruimte;
zie hoofdstuk 7 Specificaties. Een minimale vrije ruimte van 0,75 m rond de motor wordt aanbevolen, zowel voor toeganke-
lijkheid bij werkzaamheden als voor voldoende luchtstroming bij de motorventilatorinlaat. Zie ook hoofdstuk 7.1 Vrije ruimte,
afmetingen en gewicht.
Als u meerdere DriveMotors dicht bij elkaar monteert, moet u ervoor zorgen dat uitgeblazen warme lucht niet terug kan
circuleren. De ondergrond moet massief, onbuigzaam en waterpas zijn.
LET OP
Elektrische installatie
Verwijder de bovenste folielaag op de frequentieregelaar niet, aangezien deze folie deel uitmaakt van de bescherming.
Rondsels, riemschijven en koppelingen aanbrengen
Boor rondsels, riemschijven en koppelingen volgens de standaardlimieten en breng ze met een schroefbeweging aan op de
as. Zorg dat alle bewegende delen goed worden afgeschermd.
LET OP
De lagers raken beschadigd als u onderdelen met een hamer of moker op de motoras tikt. Bij een dergelijke bescha-
diging maken de lagers meer lawaai en wordt de levensduur van de lagers aanzienlijk verkort.
3.3.5 As uitlijnen
Wanneer voor de toepassing directe koppeling nodig is, moeten de assen in alle 3 vlakken correct worden uitgelijnd. Een
onjuiste uitlijning kan een aanzienlijke hoeveelheid geluid, trillingen en snellere slijtage van de lagers veroorzaken.
Houd rekening met de eindspeling van de as en de thermische expansie in het axiale en het verticale vlak. Gebruik bij
voorkeur flexibele aandrijfkoppelingen.
MG03L310
Danfoss A/S © 11/2015 Alle rechten voorbehouden.
15