28 | Installatie
5.3
Grootte van het expansievat controleren (toebeho-
ren Expansievat verwarming 17 l)
Het volgende diagram hierna maakt een inschatting mogelijk, of het ex-
pansievat voldoende is of dat een groter expansievat nodig is.
Voor de getoonde karakteristieken werden de volgende data aangehou-
den:
• 1 % watervoorraad in het expansievat of 20 % van het nominale volu-
me in het expansievat
• Werkdrukverschil van de veiligheidsventiel van 0,5 bar
• De voordruk van het expansievat komt overeen met de statische in-
stallatiehoogte boven de cv-ketel.
• Maximale bedrijfsdruk: 3 bar
T [°C]
90
80
70
60
50
A
40
30
0
100
200
300
Afb. 32 Karakteristiek van het expansievat 17 l
I
Voordruk 0,5 bar
II
Voordruk 0,75 bar (basisinstelling)
III
Voordruk 1,0 bar
IV
Voordruk 1,2 bar
V
Voordruk 1,3 bar
A
Werkgebied van het expansievat
B
Extra expansievat nodig
T
Aanvoertemperatuur
V
V
Installatie-inhoud in liter
A
▶ In grensgebied: exacte vatgrootte conform EN 12828 bepalen.
▶ Wanneer het snijpunt rechts naast de curve ligt: installeer een expan-
sievat van voldoende groot volume.
5.4
Dimensionering van de gasleiding
▶ Op de typeplaat de markering van het land van bestemming en de ge-
schiktheid voor de door het gasbedrijf geleverde gassoort controle-
ren ( productoverzicht, hoofdstuk 2, pagina 2).
▶ Maximaal nominaal warmtevermogen voor verwarming of warm
water overeenkomstig de technische gegevens respecteren.
▶ Nominale doorlaat voor de gastoevoer conform NBN D51-003 (aard-
gas) en NBN B51-006 (vloeibaar gas) bepalen.
▶ Bij vloeibaar gas: drukregeltoestel met veiligheidsklep inbouwen, om
de ketel tegen te hoge druk te beschermen.
6720869229 (2016/12)
B
V
IV
III
II
400
500
600
V
[l]
0010007327-003
A
5.5
Vullen en legen van de installatie
▶ Voor het vullen en aftappen van de installatie lokaal op het laagste
punt een vul- en aftapkraan aanbrengen.
OPMERKING:
Vervuiling in de installatie kan de ketel beschadigen.
▶ Om vervuiling te verwijderen, leidingnet spoelen.
5.6
Dimensionering van de circulatieleidingen
Wanneer de volgende voorwaarden worden aangehouden, kan bij één-
tot viergezinswoningen een ingewikkelde berekening achterwege blij-
ven:
• circulatie-, afzonderlijke- en verzamelleidingen met een inwendige
diameter van minimaal 10 mm
• Circulatiepomp in DN 15 met een capaciteit van maximaal 200 l/h en
een persdruk van 100 mbar
• lengte van de tapwaterleiding max. 30 m
• lengte van de circulatieleiding max. 20 m
• De temperatuurval mag niet meer zijn dan 5 K
I
Om deze voorwaarde eenvoudig te kunnen respecteren:
▶ Regelventiel met thermometer inbouwen.
700
Om elektrische en thermische energie te besparen, circulatiepomp niet
continu laten draaien.
5.7
Slang op overstortventiel (verwarming) monteren
Afb. 33 Monteer de slang op het overstortventiel
6 720 619 605-37.2O
Condens 9000i