3) Bestand een nieuwe naam geven
Met menukeuze "Rename" kunt u de bestandsnaam van het
geselecteerde bestand weergeven.
1.
Druk in het bestandlijstmenu op de toets PITCH + of PITCH – om
"Rename" te selecteren.
Druk op de toets 3/8/ENTER voor toegang tot het naamswijzi-
2.
gingvsenster.
3.
Geef het bestand een andere naam.
Raadpleeg de procedure voor "Preset Rename" (
Sla de wijzigingen op door op de toets 3/8/ENTER te drukken.
4.
Druk op de toets 1 als u wilt teruggaan naar de vorige pagina
zonder de wijzigingen op te slaan, wanneer de eerste letter van de
bestandsnaam gemarkeerd wordt weergegeven.
Opmerkingen:
•
Als de laatste letter van de bestandsnaam een spatieteken (SP) betreft, wordt
het spatieteken niet opgenomen in de bestandsnaam.
•
Als het aantal letters meer dan 60 bedraagt, wordt de laatste letter gewist als
een nieuwe letter wordt toegevoegd.
58
4) Verwijderen
Met menukeuze "Delete" kunt u het geselecteerde nummer
verwijderen.
1.
Druk in het bestandlijstmenu op de toets PITCH + of PITCH – om
"Delete" te selecteren. Druk vervolgens op de toets 3/8/ENTER.
• "File Delete?" verschijnt op het display.
• Selecteer "Yes" en druk op de toets 3/8/ENTER als u het
bestand wilt verwijderen.
• Selecteer "No" en druk op de toets 3/8/ENTER om naar het
bestandslijstmenu terug te keren.
• Druk op de toets STOP om naar de stopstand terug te keren.
5) Kopiëren
Met menukeuze "Copy" kunt een kopie van een bestand maken van
☞
de huidige map naar een andere map.
P.40).
1.
Druk in het bestandlijstmenu op de toets PITCH + of PITCH – om
"Copy" te selecteren. Druk vervolgens op de toets 3/8/ENTER.
• De mappenlijst verschijnt op het display.
2.
Druk op de toets PITCH + of PITCH – om de map te selecteren
waarnaar u wilt kopiëren. Druk vervolgens op de toets 3/8/ENTER.
• Het kopiëren begint. "Executing..." verschijnt tijdens het
kopiëren.
• Druk op de toets STOP om naar de stopstand terug te keren.