Preset hernoemen
1.
Druk vanuit stopstand op de toets
2.
Druk op de toets PITCH + of PITCH – om het Presetmenu te
selecteren. Druk vervolgens op de toets 3/8/ENTER om te
accepteren.
3.
Druk op de toets PITCH + of PITCH – om Preset 1, 2 of 3 of de
hernoemde Preset te selecteren.
Druk dan op de toets 3/8/ENTER om de geselecteerde Preset te
accepteren.
4.
Druk op de toets PITCH + of PITCH – om "Rename" te selecteren
en druk op de toets 3/8/ENTER om te accepteren.
40
(F1: MENU).
5.
Geef de preset een andere naam.
U kunt tekst wijzigen en wissen. Druk op de toets 4 of ¢ om
de cursor te verplaatsen naar de positie waar u tekst wilt wijzigen
of wissen.
De letter wijzigen
Druk op de toets PITCH + of PITCH – om het teken te selecteren
dat u wilt wijzigen.
Een letter invoegen
Druk op de toets
(F1: INS). Aan de linkerkant van het
gemarkeerde teken wordt een teken ingevoegd dat vervolgens
gemarkeerd wordt.
De letter wissen
Druk op de toets
(F2: DEL) om het geselecteerde teken te
wissen.
Sla de wijzigingen op door op de toets 3/8/ENTER te drukken.
6.
Druk op de toets 4 als u wilt teruggaan naar de vorige pagina
zonder de wijzigingen op te slaan, wanneer de eerste letter van de
vooraf ingestelde naam gemarkeerd wordt weergegeven.
Opmerkingen:
•
Als de laatste letter van de naam van de preset een spatieteken (SP) betreft,
wordt het spatieteken niet opgenomen in de gewijzigde naam.
•
De maximale lengte van de naam van een preset is beperkt tot 8 letters.
Wanneer de 9e letter wordt ingevuld, wordt de laatste letter gewist.
•
De tekens die u kunt invullen zijn A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S
T U V W X Y Z a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z (Spatie) ! " #
$ % & ' ( ) + , – . ; = @ [ ] ^ _ ` { } ~ 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9.