GEREED
Plaats een kopje onder het zwenkbare warmwaterpijpje.
Zet de klep voor warm water / stoom in de stand warm water /
stoom (fig.4).
WATER / DOSERING
De geprogrammeerde dosering wordt bereid.
KLEP DICHT
Zet de klep warm water / stoom weer in de stand koffie (fig.3).
GEREED
U kunt het aftappen van water ook afbreken door de klep
warm water / stoom voortijdig in de stand koffie (fig. 3) te
zetten.
10. Gebruik van stoom
De stoom kan worden gebruikt om vloeistoffen te verhitten
maar ook om melk voor cappuccino op te schuimen. Let erop
dat bij het verhitten van vloeistof het stoom- / cappuccino-
pijpje (12) naar boven wordt geschoven. Bij het opschuimen
van vloeistof schuift u het cappuccinopijpje naar beneden
(fig. 7).
Als er 1 minuut lang geen stoom geen stoom wordt gebruikt,
is de machine niet meer gereed om stoom te bereiden.
Afhankelijk van het systeem kan de klep voor warm water /
stoom tijdens het gebruik warm worden. Er bestaat echter
geen gevaar voor verbranding.
Monteer het stoom-/ cappuccinopijpje (fig.7) om een perfect
resultaat te bereiken.
Afhankelijk van het systeem komt er bij het opschuimen
eerst wat water naar buiten. Het goede resultaat, b.v. bij het
opschuimen van melk, wordt op geen enkele wijze beïn-
vloed.
Bij het bereiden van stoom kan het aanvankelijk spetteren. Het
stoom-/ cappuccinopijpje wordt heet. Vermijd direct contact met de
huid.
Schakel uw apparaat in met de schakelaar AAN/UIT.
APPARAAT WARMT OP
SPOELEN – KEUZEKNOP INDRUKKEN
Zet een kom onder het koffieuitlooppijpje en druk op één van de
keuzeknoppen (KL KOPJE of GR KOPJE).
SPOELT
GEREED
Druk op de keuzetoets stoom.
APPARAAT WARMT OP
STOOM / GEREED
Dompel het cappuccinopijpje in de op te schuimen melk of de te
verhitten vloeistof.
Zet de klep voor warm water / stoom in de stand warm water /
stoom (fig.4).
STOOM / DOSERING
Uw product wordt bereid.
KLEP DICHT
Zet de klep warm water / stoom weer in de stand koffie (fig.3).
STOOM / GEREED
U kunt het aftappen van stoom ook afbreken door de klep
warm water / stoom voortijdig in de stand koffie (fig. 3) te
zetten.
NL
11