Instellingen aanpassen
Opstarten van de
hulpprogrammatuurstand
Als de stand voor hulpprogrammatuur wordt opgestart terwijl het
toestel via een USB-kabel met een computer is verbonden, wordt de
instelstatus mogelijk niet correct weergegeven.
De "MIDI-regelaarinstellingen" kunnen worden ingesteld via de stand
voor hulpprogrammatuur.
Afhankelijk of rekordbox wordt uitgevoerd, verandert de werking van het
toestel automatisch zoals hieronder wordt uitgelegd.
! Als rekordbox wordt uitgevoerd, is de werking van de controller
afhankelijk van de rekordbox dj-functies.
! Als rekordbox niet wordt uitgevoerd, werkt het toestel als een alge-
mene MIDI-regelaar.
Ook als rekordbox wordt uitgevoerd, kun je het toestel geforceerd als een
algemene MIDI-regelaar gebruiken.
1 Koppel de USB-kabel los van uw computer.
2 Druk op de [STANDBY/ON]-schakelaar op het
achterpaneel van dit toestel om het toestel uit (standby)
te zetten.
Zet deze unit uit (stand-by).
3 Druk, terwijl je zowel de [SHIFT]- als de
[PLAY/PAUSE f]-toets op het linker deck ingedrukt
houdt, op de [STANDBY/ON]-schakelaar op het
achterpaneel van deze unit.
De hulpprogrammatuurstand wordt nu opgestart.
4 Druk op de [MASTER TEMPO]-toets op het linker deck.
! [MASTER TEMPO]-toets uit: De werking verandert automatisch naar-
gelang rekordbox wordt uitgevoerd of niet.
! [MASTER TEMPO]-toets licht op: Het toestel wordt geforceerd
gebruikt als een algemene MIDI-regelaar ongeacht of rekordbox
wordt uitgevoerd of niet.
5 Druk op de [STANDBY/ON]-schakelaar op het
achterpaneel van dit toestel om het toestel uit (standby)
te zetten.
Om de instellingen op te slaan, zet u de [STANDBY/ON] schake-
laar op het achterpaneel van het toestel op stand-by en verlaat u de
hulpprogrammatuurstand.
28
Nl
De instellingen wijzigen met
rekordbox
De instellingen voor de DJ-speler kunnen gewijzigd worden met
rekordbox.
Wijzig de instelitems in [Controller] van [Voorkeuren].
! De volgende instellingen kunnen alleen gewijzigd worden wanneer
rekordbox en dit toestel verbonden zijn.
Instelitems op het tabblad [Deck] in
[Controller]
On Jog-indicator
Instelling van de doelweergave van de jog-indicator van het deckgedeelte
van dit toestel.
= Instelknop-aanduidingsdeel (p. 11 )
Lengte van backspin
De backspin van het toestel kan langer gemaakt worden dan de rotatie
van de jog-draaiknop wanneer de backspin met de jog-draaiknop wordt
uitgevoerd. De lengte van de backspin kan op een van drie waarden
worden ingesteld: kort, normaal en lang.
— Kort: Korte backspin
— Normaal: Normale backspin
— Lang: Lange backspin
Knipperen in slip-stand
Wijzigt de instelling voor knipperen in de slip-stand.
— Inschakelen: De toetsen die alleen gebruikt kunnen worden wanneer
de slip-stand is ingeschakeld ([HOT CUE], [AUTO BEAT LOOP], enz.)
knipperen.
— Uitschakelen: De toetsen die alleen gebruikt kunnen worden wan-
neer de slip-stand is ingeschakeld, knipperen niet.
Instelling voor verlichting van [SLIP]-toets
wanneer de slip-stand is ingeschakeld
Instelling voor de verlichting van de [SLIP]-toets wanneer de slip-stand is
ingeschakeld.
— Aan: De [SLIP]-toets is verlicht wanneer de slip-stand aanstaat en
knippert tijdens bediening van de slip-stand.
— Knippert: De [SLIP]-toets knippert altijd wanneer de slip-stand
aanstaat.
Instelitems op het tabblad [Mixer] in
[Controller]
Instelling van mengpaneelmodus
Wijzigt de instelling van de mengpaneelmodus.
= De mengpaneelmodus omschakelen (blz. 22 )
Instelling voor starten van fader
Wijzigt de instelling voor de startfunctie van de fader.
Als het vakje [Activate the fader start when moving a channel fader
or the cross fader while pressing the SHIFT button.] is geselecteerd,
is de functie ingeschakeld.