Omschakelen van de tempostand van het
effect
Met rekordbox dj effecten kun je het beat FX-tempo op twee manieren
instellen: met "BPM-auto" en met "BPM-tikfunctie".
! Standaard is BPM-auto ingesteld.
BPM-auto
De BPM-waarde van het muziekstuk wordt gebruikt als de basis voor het
tempo van het effect.
BPM-tikfunctie
De BPM die wordt gebruikt als basiswaarde voor het effect wordt bere-
kend aan de hand van het interval waarmee de [BEATd]-toets wordt
aangetikt terwijl de [SHIFT]-toets ingedrukt is.
Overschakelen naar de BPM-tikfunctie
Druk op de [BEATd]-toets terwijl je de [SHIFT]-toets
ingedrukt houdt.
! Als de [BEATc]-toets tegelijkertijd met de [SHIFT]-toets wordt inge-
drukt, wordt overgeschakeld naar de stand BPM-auto.
De release FX gebruiken
Release FX schakelt de actieve beat FX uit en voegt tegelijkertijd een
effect toe.
Het afgespeelde muziekstuk en effectgeluid kunnen eenvoudig worden
gekoppeld met release FX.
Per effectgenerator kan één release FX worden gebruikt in zowel de multi
stand als de single stand.
1 Druk op de [FX1] toets of op de [FX2] toets van
kanaal 1 om de effectgenerator te selecteren die u wilt
toewijzen.
Het nummer van het deck waaraan de effectgenerator is toegewezen,
wordt gemarkeerd op het rekordbox dj-scherm.
2 Draai aan de [RELEASE FX]-regelaar om het type
release FX te selecteren.
3 Klik op de toets [c] of [d] op het rekordbox dj-scherm
om de release FX-beat in te stellen.
! De release FX-beat kan afzonderlijk worden ingesteld van de beat-in-
stelling voor beat FX.
4 Houd de [RELEASE FX] toets ingedrukt.
De geselecteerde release FX wordt ingeschakeld, en de actieve beat FX
in dezelfde effectgenerator wordt uitgeschakeld.
5 Laat de [RELEASE FX] toets los.
Release FX gaat uit.
Opnamefuncties gebruiken
rekordbox dj heeft opnamefuncties en kan gemixt geluid opnemen.
Zie de softwarehandleiding van rekordbox voor gedetailleerde instructies
over opnemen.
1 Klik op de [REC]-toets in het algemene gedeelte van
rekordbox dj.
Het opnamepaneel verschijnt op het rekordbox dj-scherm.
2 Klik op
op het opnamepaneel van rekordbox dj
om de opname te starten.
! Als u opnieuw op
klikt, wordt de opname gestopt.
! Als de opname voltooid is, wordt het bestand automatisch
opgeslagen.
! U kunt de opslaglocatie van het bestand wijzigen in het tabblad
[Voorkeuren] > [Controller] > [Overige] van rekordbox.
26
Nl
Externe ingangsaansluitingen gebruiken
Het toestel beschikt over twee externe ingangen en één MIC-ingang voor
het aansluiten van DJ-spelers, analoge spelers, enz.
De audio van deze apparaten kan wel of niet via een computer op dit toe-
stel worden uitgevoerd. De uitvoermethode kan worden omgeschakeld
met de schakelaar [PC MIX] op het achterpaneel van dit toestel.
Functieverschillen afhankelijk van de
instelling [PC MIX]
Hieronder worden de schakelaarinstellingen getoond en de functiever-
schillen afhankelijk van de instelling. Gebruik de instelling die voor uw
omgeving geschikt is.
— [ON]: Voert de audio van het externe apparaat van dit toestel via een
computer uit. Hiermee kun je optredens verzorgen met de mixerfunc-
ties of effectfuncties van rekordbox voor de audio van het externe
apparaat.
! Als je deze instelling wilt gebruiken, moet je een computer aan-
sluiten en rekordbox starten.
— [OFF]: Voert de audio van het externe apparaat van dit toestel niet via
een computer uit. Hiermee kun je de audio van een extern apparaat
via dit toestel uitvoeren zonder een computer aan te sluiten.
! Met deze instelling kan het volume aangepast worden met de
kanaalfader en de crossfader van dit toestel, maar functies zoals
EQ en FILTER kunnen niet gebruikt worden.
Functienaam
TRIM
EQ
FILTER
Hoofdtelefoon CUE
Kanaal-fader
Crossfader-regelaar
Crossfadercurve
Crossfader omkeren
Maximaal toegelaten ingangsniveau van
microfoon
Cut-lag van crossfader
Pieklimiter voor master
Hoogdoorlaatfilter voor microfoon
Pieklimiter voor microfoon
Selectie van mono/stereo voor masteruitgang
MASTER LEVEL
Selectie van mono/stereo voor booth-uitgang
Booth-monitorniveau
HEADPHONES LEVEL
HEADPHONES MIXING
Kanaalniveau-aanduiding
Hoofdniveau-aanduiding
1 De bediening gebeurt met dezelfde instelling als wanneer de keuzeregelaar hele-
maal met de wijzers van de klok mee wordt gedraaid voor de crossfadercurve in
de voorkeursinstellingen van rekordbox.
2 De instelling wordt behouden wanneer hij wordt omgeschakeld terwijl er ver-
binding is met rekordbox, maar wordt vast uitgeschakeld wanneer dit toestel
onafhankelijk wordt gestart.
3 De instelling wordt behouden wanneer hij wordt omgeschakeld terwijl er ver-
binding is met rekordbox, maar de bediening gebeurt met de instelling vast op
[Hoog] wanneer dit toestel onafhankelijk wordt gestart.
Opmerkingen
! Voor details over de toetsen en regelaars, zie Overzicht van de bedie-
ningstoetsen (p. 7 ).
! De functies die hieronder worden genoemd werken niet voor de
externe ingangen.
— Instelling muziekstuktempo (drukken op de [CUE]-toets van de
hoofdtelefoon terwijl je de [SHIFT]-toets ingedrukt houdt)
— Startfunctie van de fader (de kanaalfader of crossfader schuiven
terwijl je de [SHIFT]-toets ingedrukt houdt)
PC MIX
PC MIX ON
OFF
Ingeschakeld
Ingeschakeld
Ingeschakeld
Uitgeschakeld
Ingeschakeld
Uitgeschakeld
Ingeschakeld
Ingeschakeld
Ingeschakeld
Ingeschakeld
Ingeschakeld
Ingeschakeld
1
Ingeschakeld
Vast
Ingeschakeld
2
Ingeschakeld
3
Ingeschakeld
Ingeschakeld
Ingeschakeld
Uitgeschakeld
Ingeschakeld
Uitgeschakeld
Ingeschakeld
Uitgeschakeld
Ingeschakeld
Uitgeschakeld
Ingeschakeld
Ingeschakeld
Ingeschakeld
Uitgeschakeld
Ingeschakeld
Ingeschakeld
Ingeschakeld
Ingeschakeld
Ingeschakeld
Ingeschakeld
Ingeschakeld
Ingeschakeld
Ingeschakeld
Ingeschakeld