6.3
Rijrichting regelen
De stuurstangen zijn in de fabriek vooringesteld.
Bij aangehangen machine moet rechtdoor rijden gecontroleerd worden. De machine moet op
een vlakke weg in het midden achter de trekker lopen.
Wanneer de machine schuin verdraaid ten opzichte van de trekker loopt, moeten de
stuurstangen worden bijgesteld.
KSG000-006
Wanneer de hark op een vlakke straat niet in het midden achter de trekker loopt, moet de
stuurstang (2) worden versteld.
De contramoer (1) losmaken.
De stuurstang (2) verstellen.
Stuurstang korter=Machine meer naar links richten
Stuurstang langer=Machine meer naar rechts richten
De contramoer (1) vastdraaien.
6.4
Zekering van de transportstand controleren
KS000-208
ü De machine bevindt zich in de transportstand,
ü Het enkelwerkende besturingsapparaat is met druk belast.
ü De trekkermotor is uitgeschakeld, de contactsleutel uitgetrokken en meegenomen.
ü De trekker en de machine zijn tegen wegrollen beveiligd.
De maat A aan de rechter- en linkerzijde van de machine controleren.
De maat A tussen de wig (1) en de vergrendeling (2) moet 2,5 tot 3 mm bedragen.
Swadro TC 1000
Originele handleiding 150000631_07_nl
Eerste inbedrijfstelling
Rijrichting regelen
3
zie
Pagina 63.
6
6.3
1
2
47