De opties van het menu Opnamestanden
De opties van het menu Opnamestanden
Menu-item
Menu-item
Selecteer een onderwerpprogramma voor de stand
A ONDERWERPPROGRAMMA
A
ONDERWERPPROGRAMMA
SP1/SP2 (P 20).
Om de ISO gevoeligheid in te stellen. Kies een hogere
N ISO
N
ISO
waarde als het onderwerp slecht belicht is.
O
O BEELDGROOTTE
BEELDGROOTTE
Kies beeldformaat en beeldverhouding (P 73).
T
T BEELDKWALITEIT
BEELDKWALITEIT
Kies beeldkwaliteit (P 74).
Om foto's te maken in standaardkleuren, verzadigde
P
P FINEPIX KLEUR
FINEPIX KLEUR
kleuren of zwart-wit (P 75).
Om de kleur aan te passen aan verschillende lichtbron-
D WITBALANS
D
WITBALANS
nen (P 75).
Om aan te geven of contouren al dan niet moeten wor-
H
H SCHERPTE
SCHERPTE
den verzacht (P 76).
Bepaal of de camera automatisch de scherpstelling en
b GEZICHTSDETECTIE
b
GEZICHTSDETECTIE
belichting instelt bij het maken van portretfoto's (P 32).
Om aan te geven hoe de camera de belichting meet
C
C LICHTMEETSYSTEEM
LICHTMEETSYSTEEM
(P 77).
Beschrijving
Beschrijving
De menu's gebruiken: Opnamestanden
Opties
Opties
B
/
C
/
D
/
C
/D/K/
M
/
N
O
/
H
/
P
/
Q
/
R
/
S
/
U
/
V
W
/
i
AUTO (1600) / AUTO (800) /
AUTO (400) /6400 Q/ 3200 Q /
1600 / 800 / 400 / 200 / 100 / 64
O4:3/O3:2/O16:9/
P4:3/P16:9/Q4:3/Q16:9
FINE / NORMAL
c/a/b
AUTO/h/i/j/k/l/m/n
HARD / STD /UIT
AAN / UIT
o/p/q
Standaard
Standaard
/
SP1: K
/
SP2: C
AUTO (1600)
O 4 : 3
NORMAL
c
AUTO
STD
UIT
o
71