In Bedrijf Stellen Van Het Systeem; Voorbereidende Werkzaamheden; Cv-Installatie Vullen, Reinigen En Ontluchten; Reinigen Cv-Installatie - Intergas XTEND Installatievoorschrift
Verberg thumbnails
Zie ook voor XTEND:
- Bedieningsvoorschrift (16 pagina's) ,
- Bedieningsvoorschrift (16 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
9
IN BEDRIJF STELLEN VAN HET SYSTEEM
9.1
Voorbereidende werkzaamheden
► Controleer aan de hand van het schema uit §8.1, of het
hydraulisch leidingwerk goed is aangesloten.
► Controleer, aan de hand van de diagram uit §8.7.3 of alle
bedrading goed is aangesloten.
9.2
CV-installatie vullen, reinigen en ontluchten
9.2.1
Reinigen CV-installatie
Bij het vullen van nieuwe installaties is het van belang dat
resten zoals koper, kalk en soldeertin worden verwijderd.
► Gebruik hiervoor universeel schoonmaakmiddel.
► Spoel de installatie goed door met minstens drie maal de
hoeveelheid water van het gehele verwarmingssysteem,
totdat het water schoon doorstroomt en deze geen
vuildeeltjes bevatten.
Bij het vullen van bestaande installaties is het van belang dat
slib en kalkschilfers verwijderd worden.
► Gebruik hiervoor een cleaner.
► Spoel de installatie goed door met minstens drie maal de
hoeveelheid water van het gehele verwarminssysteem,
totdat het water schoon doorstroomt en deze geen
vuildeeltjes bevatten.
9.2.2
Vullen en ontluchten CV-installatie
Initiële vulling
Het systeem dient via het vulpunt gevuld te worden, zodat
de in het systeem aanwezige lucht zoveel mogelijk uit het
systeem gedrukt wordt. Indien het systeem in een later stadium
bijgevuld dient te worden mag dit in geen geval via het vuilfilter
te geschieden, daar dit er toe kan leiden dat het afgevangen
vuil in het filter weer in de installatie gespoeld kan worden.
Latere vullingen dienen via de onder de binnenunit aanwezige
vul/ aftapkraan te geschieden.
1.
Zorg ervoor dat de druk van het CV-systeem afgelezen kan
worden.
2.
De radiatoren en afsluiters dienen open te staan.
3.
Verwijder de afdekdop van de vul-/aftapkraan.
4.
Sluit de vulslang aan op de waterkraan en vul deze met
water tot er zich geen lucht meer in de slang bevindt
5.
Sluit de andere aansluiting van de vulslang aan op de vul-/
aftapkraan.
6.
Draai de vul- en aftapkraan open.
7.
Draai de waterkraan open en vul de installatie langzaam
met schoon drinkwater tot een druk liggend tussen 1 en 2
bar bij een koude installatie. Laat de vulslang aangesloten,
verwijder deze niet.
8.
Ontlucht het systeem middels de handontluchter bovenop
de binnenunit, zie (A).
9.
Ontlucht ook de CV-ketel, zie (B).
10. Ontlucht ook de radiatoren, zie (C).
52
A
B
C
Advertenties
Inhoudsopgave
