De camera plaatsen
1.
Draai de schroeven vast waarmee de camera aan de systeemkast vastzit.
2.
Sluit de kabel van de camera aan en zet de vergrendeling vast.
3.
Plaats:
a) beeldschermpaneel
b) moederbord
c) ventilator van de voeding
d) warmteafleider
e) voedingseenheid
f) processorventilator
g) converterkaart
h) kaart voor de aan-uitknop en OSD-knop
i)
intrusieschakelaar
j)
vaste schijf
k) optisch station
l)
WLAN-kaart
m) afscherming van de I/O-kaart
n) moederbordschild
o) VESA-bevestigingsbeugel
p) achterplaat
q) VESA-standaard
4.
Volg de procedures in
nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht .
41