20. 8–pins stroomconnector
Het moederbord plaatsen
1.
Plaats het moederbord in de computer.
2.
Sluit alle kabels aan op het moederbord.
3.
Draai de schroeven aan om het moederbord aan het onderpaneel te bevestigen.
4.
Plaats:
a) ventilator van de voeding
b) converterkaart
c) afscherming van de I/O-kaart
d) voeding
e) warmteafleider
f) harde schijf
g) optisch station
h) geheugen
i)
afscherming van het moederbord
j)
VESA-bevestigingsbeugel
k) achterplaat
l)
VESA-standaard
5.
Volg de procedures in
De warmteafleider (grafische kaart) verwijderen
1.
Volg de procedures in
2.
Verwijder de volgende onderdelen:
a) VESA-standaard
b) achterplaat
c) VESA-bevestigingsbeugel
d) afscherming van het moederbord
e) geheugen
f) optisch station
g) harde schijf
h) warmteafleider
i)
voeding
j)
afscherming van de I/O-kaart
k) converterkaart
l)
ventilator van de voeding
m) moederbord
3.
Koppel de ventilatorkabel los die is aangesloten op het moederbord en til het moederbord naar de achterzijdeback.
34
nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht .
voordat u werkzaamheden in de computer verricht .