Inhoudsopgave
Advertenties
7 Inbedrijfstelling
83055944 1/2019-04 La
Montage- en bedieningsvoorschrift
Oliebrander WL20/1-C Z-1LN
Pompdruk voor trap 2 instellen
Warmtevraag voor trap 2 noodzakelijk (contact T6/T8 gesloten).
4-polige stekker erin steken.
De brander loopt naar trap 2.
De pompdruk moet overeenkomstig de verstuiverkeuze ingesteld worden [hfst. 4.2].
Pompdruk op de manometer controleren.
Druk via drukregelschroef 1 instellen:
druk verhogen = naar rechts draaien,
druk verlagen = naar links draaien.
1
2. Trap 2 inregelen
Als de luchtkleppositie gewijzigd wordt, moet de trap verlaten worden. Een
wijziging van de luchtkleppositie voor trap 2 moet in trap 1 uitgevoerd worden.
Verbrandingswaarden controleren.
Verbrandingsgrens bepalen [hfst. 7.4].
Luchtovermaat via luchtkleppositie eindschakelaar ST2 en stuwplaatpositie
instellen, daarbij de bepaalde mengdruk in acht nemen [hfst. 7.1.2].
3. Trap 1 inregelen
Als de luchtkleppositie gewijzigd wordt, moet de trap verlaten worden. Een
wijziging van de luchtkleppositie voor trap 1 moet in trap 2 uitgevoerd worden.
4-polige aansluitstekker eruit trekken.
Brander loopt naar trap 1.
Verbrandingswaarden controleren.
Verbrandingsgrens bepalen [hfst. 7.4].
Luchtovermaat via de luchtkleppositie eindschakelaar ST1 instellen, daarbij de
bepaalde mengdruk in acht nemen [hfst. 7.1.2].
Als de stuwplaatpositie gewijzigd wordt, dan moet de luchtovermaat van trap 2
opnieuw aangepast worden.
36-84
Advertenties
Inhoudsopgave
