3 Productbeschrijving
83055944 1/2019-04 La
Montage- en bedieningsvoorschrift
Oliebrander WL20/1-C Z-1LN
3.3.4 Programmaverloop
Voorventilatie
Bij warmtevraag start de brandermotor na de aanloopwachttijd (T
De servomotor loopt naar de luchtkleppositie trap 1.
De vuurhaard wordt voorgeventileerd.
Ontsteking
Bij de voorventilatietijd (T
Brandstofvrijgave
Na de voorventilatietijd (T
brandstof vrijgegeven.
Veiligheidstijd
Met de brandstofvrijgave begint de veiligheids- (T
Binnen de veiligheidstijd (T
Bedrijf
De brander is in bedrijf.
Via de vlamopnemer controleert de brandermanager het vlamsignaal.
Afhankelijk van de warmtevraag voor trap 2 schakelt het magneetventiel trap 2 K13)
in of uit.
De wachttijd kleinlast T
) verhinderd pendelen tussen trap 1 en trap 2.
VK
Naventilatie
Als er geen warmtevraag meer aanwezig is, sluiten de kleppen en stopt de
brandstoftoevoer.
De naventilatietijd (T
) begint.
N
Na de naventilatietijd (T
) schakelt de brandermotor uit.
N
De servomotor loopt naar de DICHT-positie.
12-84
) start de ontsteking.
V
) opent het magneetventiel trap 1 (K11) en wordt de
V
S
) moet het vlamsignaal aanwezig zijn.
S
).
W
) en naontstekingstijd (T
NZ
).