AANSLUITING VAN STUUR- EN VOELERLEIDINGEN AAN
WARMTEPOMPZIJDE
De verbinding tussen de warmtepomp en de verwar-
mings- en warmtepompregelaar wordt via de stuur- en
voelerleidingen tot stand gebracht. De aansluiting ge-
beurt in de elektrische schakelkast die zich aan de bedie-
ningszijde van de warmtepomp bevindt.
De stuur- en voelerleidingen op de beide aansluitin-
gen aan de elektrische schakelkast vastschroeven.
De stuur- en voelerleidingen binnen in het apparaat
door het hiervoor bedoelde kabelkanaal naar de
wateraansluitingszijde leiden.
1 Kabelkanaal voor stuur- en
voelerleidingen (uitsluitend
LW 140A/RX)
De stuur- en voelerleidingen vanuit de binnenkant
van het apparaat naar buiten leiden.
AANWIJZING
Om de elektrische schakelkast voor een eventu-
ele inzet van de klantenservice weer uit te kun-
nen hangen, moeten de stuur- en voelerleidin-
gen in de warmtepomp een extra lengte van ca.
15 cm hebben.
Technische wijzigingen voorbehouden | 83051400cNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
De stuur- en voelerleidingen in een beschermen-
de buis tot aan de doorvoer van het gebouw leggen
en van daar uit verder tot aan de verwarmings- en
warmtepompregelaar.
De stuur- en voelerleidingen in overeenstemming
met het aansluitschema en de elektrische schema´s
van het betreffende apparaattype op de verwar-
mings- en warmtepompregelaar aansluiten.
'Aansluitschema´s' en 'Elektrische schema´s' van
het betreffende apparaattype.
Gebruiksaanwijzing van de verwarmings- en
warmtepompregelaar.
Loze leidingen aan apparaatzijde afdichten.
Afdekplaten aan de warmtepomp vastschroeven.
De onderste afdekplaten elk schuin in het frame van
het apparaat zetten, bovenaan tegen het frame aan
klappen en de snelsluitschroeven vastdraaien.
Het apparaat is nu gesloten.
19