Zorg ervoor dat de parameters op het vermogensplaatje
•
overeenkomen met elektrische vermogen van de
netstroom.
Gebruik geen meerwegstekkers en verlengsnoeren.
•
Zorg dat u de hoofdstekker en kabel niet beschadigt.
•
Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant,
•
een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd
persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te
voorkomen.
Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie
•
is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie
bereikbaar is.
Raak de stroomkabel of stekker niet aan met natte
•
handen.
Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te
•
koppelen. Trek altijd aan de stekker.
Alleen voor het VK en Ierland: Het apparaat heeft een
•
stekker van 13 ampère. Als het noodzakelijk is om de
zekering in de stekker te verwisselen, gebruik dan een
13 amp. ASTA (BS1362) zekering.
Dit apparaat voldoet aan de EU-richtlijnen.
•
1.4 Aansluiting aan de waterleiding
Beschadig de waterslangen niet.
•
Het apparaat moet met de nieuwe slangset worden
•
aangesloten op een kraan. Oude slangsets mogen niet
opnieuw worden gebruikt.
Indien buizen lang niet zijn gebruikt, er reparaties
•
hebben plaatsgevonden of er nieuwe apparaten zijn
geplaatst (watermeters, enz.), moet u, voordat de
nieuwe buizen worden aangesloten, het water laten
stromen tot het schoon en helder is.
De waterdruk (minimaal en maximaal) moet liggen
•
tussen 0,5 bar (0,05 MPa) en 8 bar (0,8 MPa)
Zorg ervoor dat er geen zichtbare waterlekken zijn
•
tijdens en na het eerste gebruik van het apparaat.
NEDERLANDS
5