VEILIGHEID EN GEZONDHEID
2.0
Veiligheid en gezondheid
2.1
Installatie
De installatie moet in overeenstemming
met de procedures in deze handleiding
worden uitgevoerd alsmede
overeenstemming met de betreffende
normen en praktijkrichtlijnen. Daar een
groot aantal EH actuatoren functies
hebben die niet in deze algemene
handleiding staan beschreven, dient men
bovendien de specifieke documentatie te
r a a d p e l g e n ,
w a a r o n d e r
bedieningsvoorschriften, het hydraulische
schema en bedradingsschema. Wanneer de
eenheid van een naamplaatje voorzien is
dat aangeeft dat het geschikt is voor
installatie in een mogelijke explosieve
atmosfeer (gevaarlijke ruimte), dan mag
deze niet geïnstalleerd worden in een
gevaarlijke ruimte dat niet geschikt is voor
de gasgroepen en temperatuurklasse die
op het naamplaatje staan aangegeven.
Voor het VK: Elektriciteit op het Werk
Voorschriften 1989 en de richtlijnen die in
de toepasselijke uitgave van de IEE
Bedradingsvoorschriften worden gegeven
moeten toegepast worden. De gebruiker
dient zich tevens bewust te zijn van hun
verplichtingen onder de Wet op de
Arbeidsomstandigheden 1974.
Voor de Verenigde Staten: is de NFPA70,
Nationale Elektrische Code ® van toepassing.
Er mogen geen inspecties of reparaties
worden uitgevoerd tenzij deze aan de
certificatie-eisen voor het specifieke
gevaarlijke gebied voldoen. Er mogen
onder geen enkele omstandigheden
modificaties of aanpassingen aan de
eenheid worden uitgevoerd daar deze de
voorwaarden waaronder het certificaat
werd uitgegeven ongeldig zouden kunnen
maken.
Toegang tot elektrische geleiders onder
stroom is verboden in het gevaarlijke
gebied, tenzij hiervoor een speciale
werkvergunning is verkregen. Anders dient
alle stroom geïsoleerd te worden en de
eenheid naar een niet-gevaarlijke ruimte te
w o r d e n
g e b r a c h t
reparatiewerkzaamheden of inspecties.
Deze eenheden mogen uitsluitend door
personen die hiervoor zijn opgeleid of over
d e n o d i g e e r v a r i n g b e s c h i k ke n
geïnstalleerd, onderhouden of gerepareerd
worden. De gebruiker en de personen die
met deze apparatuur werken dienen te
weten wat hun verantwoordelijkheden zijn
volgens de bepalingen die van toepasssing
in
z i j n o p h e t v e i l i g h e i d s - e n
gezondheidsbeleid op hun werkplek.
Opgeleide onderhoudsmedewerkers zijn
beschikbaar om met de inbedrijfnemeing
en het onderhoud te helpen of om deze uit
te voeren. Mocht u vragen of zorgen
hebben over de installatie, in bedrijfneming,
onderhoud of bediening, neem dan contact
op met uw plaatselijk Rotork kantoor.
2.2
Behuizingsmaterialen
De besturingsmodule van de EH actuator
is vervaardigd uit aluminiumlegering met
koolstofstalen afsluitingen.
De gebruiker moet ervoor zorgen dat de
besturingsomgeving en de materialen
rondom de eenheid niet het veilig gebruik,
of de bescherming die de eenheid biedt in
de weg staan. Indien van toepassing moet
de gebruiker ervoor zorgen dat de eenheid
op passende manier beschermd wordt
tegen de besturingsomgeving.
Wij kunnen u op verzoek meer informatie
en richtlijnen toesturen omtrent het veilig
gebruik van
actuatoren
2.3
Kabelingangen
Wanneer de eenheid in een gevaarlijke
ruimte is geïnstalleerd mogen er
uitsluitend gecertificeerde explosieveilige
invoerbegrenzers, wartels of leidingen
gebruikt worden.
Verwijder eventuele transportdoppen.
Zorg ervoor dat de kabelingangen geschikt
zijn voor de kabelsoorten en afmetingen.
Zorg ervoor dat de schroefdraadadapters,
kabelwartels of leidingen nauwsluitend en
waterdicht zijn. In niet-gevaarlijke ruimten
moeten ongebruikte kabelingangen met
een stalen of koperen plug worden
afgesloten. In gevaarlijke ruimten moet er
een geschikte en gecertificeerde afdekplug
met schroefdraad gebruiit worden.
v o o r
Op EEXde behuizingen moeten de
a a n s l u i t i n g e n o p d e s t ro o m e n
besturingsaansluitingen met AMP type
160292 ringtabs worden gemaakt voor
stroom en aardaansluitingen en AMP type
het EH assortiment
5
34148 ringtabs voor de besturing-
saansluitingen.
Zie het betreffende bedradingsschema
voor de functies van de verschillende
aansluitingen.
Controleer of de
voedingsspanning en de hydraulische
bedrijfsdruk in overeenstemming zijn met
die op het naamplaatje.
2.4
Onderhoud
Een uitvoerig onderhoudsprogramma is
uiterst belangrijk voor de continue goede
werking van de eenheid. Er dienen
periodieke onderhoudswerkzaamheden
worden uitgevoerd zoals beschreven in
Paragraaf6.
2.5
Keuringseisen voor
gevaarlijke ruimten
N.B: Zie het naamplaatje op de eenheid voor
de specifieke keuringseisen.
2.6
Voorzorgsmaatregelen
hydraulisch systeem
EH actuatoren maken gebruik van
hydraulische vloeistof. Raadpleeg de
specificaties voor de betreffende vloeistof.
Draag altijd een veiligheidsbril en geschikte
beschermende kleding waaronder
handschoenen tijdens werkzaamheden
met hydraulische vloeistof. Verwijder alle
sieraden of andere voorwerpen die
elektriciteit kunnen geleiden.
Zorg ervoor dat de elektrische stroom
naar de actuator afgesloten is en dat de
druk in het hydraulisch systeem is opgeheft
voordat u onderhoudswerkzaamheden
uitvoert.
Hydraulische vloeistof is een gevaarlijk
materiaal. Zie het veiligheidsinformatieblad
voor uitvoerige informatie over de
veiligheid en gezondheid. De vloeistoffen
moeten op de correcte wijze bewaard en
van de hand worden gedaan in
overeenstemming met de toepasselijke
voorschriften.
Hydraulische vloeistof is irriterend voor de
huid en onder druk wegspuitende
hydraulische vloeistof kan door de huid
h e e n d r i n g e n , i n d e b l o e d v a t e n
terechtkomen en ernstig letsel of de dood
veroorzaken. Gebruik geen lichaamsdelen
om lekkages van hydraulische vloeistof op
te sporen.