OPSLAG EN ONDERHOUD
6.0
Opslag en Onderhoud
Rotork actuators zijn ontworpen om voor
lange periode en onder de zwaarste
omstandigheden te werken. Een
preventatief onderhoudsprogramma helpt
bij het voorkomen van dure uitvaltijd en
verminder de exploitatiekosten.
6.1
Opslag
Volg de aanbevelingen hieronder voor
inspectie, bescherming en smering om de
actuator in goede werkende staat te
houden
Zorg ervoor dat de actuator schoon en
ddroog is voordat hij wordt opgeslagen.
6.1.2
Houd de actuator uit direct
zonlicht om vroegtijdige verwering te
voorkomen.
6.1.3
Inspecteer de verpakking om
ervoor te zorgen dat de apparatuur tegen
water en damp wordt beschermd.
6.1.4
Zorg ervoor dat de actuator in
een ruimte met de juiste temperatuur
wordt geplaatst, gebaseerd op de
temperatuurspecificaties van de actuator.
6.1.5
Dicht open hydraulische poorten
of elektrische ingangen af.
6.1.6
Vul het reservoir met de juiste
hydraulische olie om de binnenkant tegen
roest te beschermen.
6.1.7
Voer periodiek een visuele
inspectie van de apparatuur uit op roest.
Indien nodig, repareren.
6.2
Algemeen Onderhoud
A l l e
o n d e r h o u d s -
inspectiewerkzaamheden dienen aan de
regels en voorschriften van het land te
3-FASE 50 HZ
3-FASE 50 HZ
3-FASE 60 HZ
3-FASE 60 HZ
1-FASE 50 HZ
1-FASE 50 HZ
1-FASE 60 HZ
1-FASE 60 HZ
voldoen waarin de actuator geïnstalleerd
wordt.
6.2.1
Elke 3 maanden
6.2.1.1 Indien nodig, de actuator een
gedeeltelijke slag laten uitvoeren.
6.2.1.2 Inspecteer het display op fouten.
Indien nodig, repareren.
6.2.1.3 Controleer het oliepeil en de staat
van de olie (bijv. op aanwezig water). De
olie verversen indien gecontamineerd.
6.2.1.4 Inspecteer op olielekkages of
roest. Indien nodig, repareren.
6.2.1.5 Controleer op lossen onderdelen
of fittingen. Indien nodig, aandraaien.
6.2.1.6 Inspecteer het lakwerk op
beschadiging. Werk het lakwerk waar nodig
bij in overeenstemming met de
toepasselijke verfspecificaties voor een
continue roestbescherming.
6.2.2
Elke 6 maanden
In een klimaat met grote schommelingen in
de seizoenstemperaturen kan het nodig
zijn om de olie om de 6 maanden te
verversen.
6.2.3
Elk jaar
6.2.3.1 Verwijder eventuele vuilresten
van de acutator.
6.2.3.2 Ververs de hydraulische olie. Zorg
ervoor dat de olie aan de toepasselijke
specificaties voldoet.
e n
6.2.3.2 Controleer of de actuator de
juiste voorladingsdruk bereikt. Indien
nodig, opnieuw opladen. Zie Appendix A.
SPECIFICATIES ZEKERINGEN
INGANG STROOMSPANNINGEN
190, 200, 220, 240 VAC
380, 400, 415, 440, 480, 500, 525, 550, 660, 690 VAC
200, 208, 220, 230, 240 VAC
380, 400, 440, 460, 480, 575, 600, 660, 690 VAC
110, 115 VAC
220, 230, 240 VAC
110, 115 VAC
208, 220, 230, 240 VAC
24 VDC
28
6.2.3.3 R e i n i g d e f i l t e r v a n h e t
ve rd e e l s t u k . Ve r w i s s e l eve n t u e l e
geïnstalleerde externe filteronderdelen.
6.2.3.4 Controleer, indien aanwezig, de
goede werking van de handmatige
opheffing.
6.2.3.5 Zet de actuator in de open en
gesloten posities. Controleer het display of
weergegeven fouten.
6.3
Werking controleren
Controleer of de actuator het ventiel
binnen de vereiste cyclustijd op de juiste
bestuurt. De actuator diverse malen met
alle aanwezige besturingen laten lopen (bijv.
afstandsbediening, plaatselijke besturing en
handmatige opheffing).
6.4
Vervanging Cilinderafdichting
R a a d p l e e g d e I n s t a l l a t i e - e n
O n d e r h o u d s h a n d l e i d i n g vo o r d e
meegeleverde apparatuur (bijv. GH reeks)
w a n n e e r
d e
h y d r a u l i s c h e
cilinderafdichtingen vervangen moeten
worden.
6.5
Zekeringen
De zekering bevindt zich in de
besturingsmodule en is toegankelijk door
de afdekking van de besturingsmodule af te
halen. De zekering bevindt zich op de
stroom PCB onder het LCD display. De
tabel hieronder geeft aan welke zekering
gebruikt moet worden.
BUSSMAN ORDERCODE
TDC11-250mA
TDC11-150mA
TDC11-250mA
TDC11-150mA
TDC11-500mA
TDC11-250mA
TDC11-500mA
TDC11-250mA
TDC11-5A