Download Print deze pagina

Hansgrohe AXOR Starck Organic 12171000 Gebruiksaanwijzing pagina 2

Advertenties

Veiligheidsinstructies
Bij de montage moeten ter voorkoming van knel- en snijwonden handschoenen
worden gedragen.
Het douchesysteem mag alleen voor het wassen, hygiënische doeleinden en
voor de lichaamreiniging worden gebruikt.
Kinderen mogen het product alleen zonder toezicht gebruiken wanneer zij
voldoende instructies hebben gekregen om het product op een veilige manier
te gebruiken en de gevaren van een verkeerde bediening begrijpen.
Grote drukverschillen tussen de koud- en warmwatertoevoer dienen vermeden
te worden.
Op de elektrische aansluitleiding van de kraan mag uitsluitend de door
Hansgrohe geleverde batterijbehuizing met batterij CR-P2 resp. adapter HG-nr.
30589310 worden aangesloten.
Een beschadigde verbindingskabel mag niet vervangen worden. De transfor-
mator mag dan niet meer gebruikt worden.
De transformator incl. stekker mag alleen gemonteerd resp. aangesloten wor-
den in droge binnenruimten buiten de veiligheidszone.
De transformator mag niet in veiligheidszone 0 of 1 ingebouwd worden.
De contactdoos moet buiten de veiligheidszone liggen. (zie blz. 60 Afb. 5)
De kraan kan ingebouwd worden in veiligheidszone 2.
Montage-instructies
• Vóór de montage moet het product gecontroleerd worden op transportschade.
Na de inbouw wordt geen transport- of oppervlakteschade meer aanvaard.
• De leidingen en armaturen moeten gemonteerd, gespoeld en gecontroleerd
worden volgens de geldige normen.
• De in de overeenkomstige landen geldende installatierichtlijnen moeten nage-
leefd worden.
• Boven de armatuur moet voldoende plaats voor servicewerkzaamheden voor-
handen zijn. (min. 200 mm)
• Het artikel kan niet in combinatie met een doorstroomtoestel toegepast worden.
• De kraan mag niet worden gemonteerd op wastafels met een verhoogde rand.
(zie blz. 60)
• Bij de eerste inbedrijfstelling of na onderhoudswerkzaamheden kan door licht-
spiegeling of reflecties bij de instelling van de reikwijdte van de elektronica een
vertraagde functionaliteit van de armatuur ontstaan. In dat geval is een nieuwe
justering van de elektronica vereist die door een zelfstandige kalibrering van de
elektronica na ca. 10 - 15 min. uitgevoerd wordt.
• Deze elektronische kraan heeft een achtergrondschakeling met diepte aanpas-
sing, d.w.z. het sensor systeem stelt automatisch de plaatselijke omstandigheden
(grootte van wastafel, lichtintensiteit, reflexie) in. Instellen van de infrarood sensor
is niet nodig.
Elektrische installatie
Electro-installateur
De installatie- en controlewerkzaamheden moeten uitgevoerd worden door
een erkende electricien die rekening houdt met DIN VDE 0100 Deel 701 / IEC
60364-7-701.
Elektrische aansluiting
Spanningsvoorziening: 230 V AC ± 10 % / 50 – 60 Hz
De beveiliging moet gebeuren via een verliesstroomschakelaar (RCD / FI)
met een toegekende verschilstroom ≤ 30 mA. De veiligheidsinrichting moet
regelmatig op functionaliteit gecontroleerd worden.
Alle werkzaamheden mogen alleen uitgevoerd worden in de spanningsvrije
toestand. Daarbij moet de spanningsvoorziening via hoofdschakelaar of
stekker veilig gescheiden worden.
De contactdoos moet buiten de veiligheidszone liggen. (zie blz. 60 Afb. 5)
Instellen
Deze elektronische kraan heeft een achtergrondschakeling met diepte aanpassing,
d.w.z. het sensor systeem stelt automatisch de plaatselijke omstandigheden (grootte
van wastafel, lichtintensiteit, reflexie) in. Instellen van de infrarood sensor is niet
nodig.
12
Nederlands
Gebruik met batterijen
Via een LED wordt aangegeven dat de batterij moet worden vervangen.
Batterijspanning ≤ ca. 5,5 V: De LED in het sensorvenster knippert als de kraan
wordt gebruikt. Het is nog mogelijk om water uit de kraan te pakken.
Batterijspanning ≤ ca. 5,3 V: De LED in het sensorvenster brandt continu. Het is niet
meer mogelijk om water uit de kraan te pakken. De batterij moet worden vervan-
gen.
Let op! Nadat de batterij is vervangen, mag de kraan gedurende ca. 30 seconden
niet worden geactiveerd. In deze tijd stelt de kraan zichzelf af.
Bij de wissel, de inbouw en de afdanking van een batterij moeten de instructies
conform EN 60335-1 bijlage 3 paragraaf 7.12 in acht genomen worden.
Gebruik met adapter
Bij het vervangen van de adapter moet hetzelfde te werk worden gegaan als bij het
vervangen van de batterij.
Normaal gebruik
Het bereik van het detectiegebied resp. de afstand van het inschakel- en uitscha-
kelpunt van de kraan is niet alleen afhankelijk van de optische omgevingsfactoren
(bijvoorbeeld van de vorm en de reflectie van de wastafel en de verlichting in de
omgeving), maar ook van de vorm, de grootte, de snelheid en de reflectie van het
object dat op dat moment binnen het detectiegebied wordt gehouden. Het bereik
van het detectiegebied resp. de afstand van het inschakel- en uitschakelpunt van de
kraan ligt bij normaal gebruik tussen ca. 160 en 200 mm.
Donkere (bijv. grijs-zwarte) objecten worden op grond van hun geringe reflectie
slecht herkend door de kraan. Bij deze objecten kan het bereik van het detectiege-
bied resp. de afstand van het inschakel- en uitschakelpunt kleiner zijn dan 160 mm.
Lichte of spiegelende objecten worden op grond van hun hoge reflectie erg goed
herkend door de kraan. Bij deze objecten kan het bereik van het detectiegebied
resp. de afstand van het inschakel- en uitschakelpunt groter zijn dan 200 mm.
Sterke lichtbronnen mogen niet direct op het sensorvenster van de kraan worden
gericht. Door waterdruppels of condenswater op het sensorvenster kan de kraan
onbedoeld aangaan.
Instelling reikwijdte van de infrarood-benaderingselektro-
nica
Als de armatuur aan zeer kleine of sterk reflecterende wastafels wordt aangesloten,
kan het noodzakelijk zijn door een handmatige omschakeling van de bedrijfsmodus
de reikwijdte van de infrarood-benaderingselektronica te reduceren. Er kan tussen
de volgende reikwijdten worden gewisseld:
• „maximale reikwijdte" (instelling af fabriek)
• „gereduceerde reikwijdte" (maximale reikwijdte ca. 50 mm gereduceerd)
In welke bedrijfsmodus de armatuur zich actueel bevindt, wordt door de LED achter
het sensorvenster gesignaleerd:
• kort knipperen bij het sluiten van de armatuur = „gereduceerde reikwijdte"
• geen knipperen bij het sluiten van de armatuur = „maximale reikwijdte"
Om te wisselen van de „maximale reikwijdte" naar de „gereduceerde reikwijdte" of
omgekeerd moeten de volgende stappen worden uitgevoerd:
• Spanningsvoeding van de armatuur ca. 10 sec. onderbreken (elektrische
steekverbinding tussen armatuur en accu-/batterijbehuizing of voedingseenheid
onderbreken en na 10 sec. weer verbinden)
• door het knipperen van de LED wordt de software-versie weergegeven (bijv. 1 x
knipperen = software-versie 1)
• als de LED permanent brandt (-> kalibreren van de infrarood-benaderingselektro-
nica), sensorvenster met de hand of een wit stuk papier volledig afdekken
• na 20 sec. tot 40 sec. de hand of het papier weer verwijderen
• de LED geeft door te knipperen de actueel geactiveerde bedrijfsmodus aan: 1 x
= „maximale reikwijdte", 2 x = „gereduceerde reikwijdte"
• daarna brandt de LED weer permanent tot het kalibreren van de zojuist opnieuw
ingestelde reikwijdte van de infrarood-benaderingselektronica is afgesloten
• als de LED weer uitgaat, is de armatuur bedrijfsklaar

Advertenties

loading