Belangrijk
Als de randen van de maaizone tegen een vijver, zwembad of geul aanliggen of waar de maaizone hoger ligt
dan 70cm t.o.v. het omliggende gebied, is het noodzakelijk om een afstand van ten minste 1,2m tussen de
perimeterdraad en het water (of bedding) te houden. U kunt ook een afscheiding langs de rand aanbrengen
waarvan de hoogte minimaal 15cm moet zijn, hierdoor zal Robomow onder geen enkele omstandigheid over
de draad buiten de maaizone gaan.
1.4.3
De draad tegen de bodem bevestigen
Het is niet nodig de perimeterdraad in te graven maar indien u dat wenst mag u het doen, tot 10 cm diep.
Er zijn draadpinnen meegeleverd die dienen om de perimeterdraad op de grond te bevestigen, onderin
het gras.
Plaats eerst een minimum aantallen om de draad vast te houden. Denk eraan dat u de draadpositie zal
willen testen voordat u de draad helemaal vastpint. Het is mogelijk dat u dan in sommige zones de
positie van de draad lichtjes zal moeten aanpassen.
Trek de draad goed strak wanneer u de pinnen vast in de grond slaat. Het is veel makkelijker de pinnen
in de grond te slaan wanneer de bodem vochtig is. Beregen dus het gazon eerst indien het droog is,
voordat u de perimeterdraad installeert.
De afstand tussen de pinnen moet zodanig zijn dat de
perimeterdraad goed tegen de grond gehouden wordt
zodat niemand erover kan struikelen. (Figuur 1.15).
Indien ze goed tegen de grond bevestigd zijn zullen
draad en pinnen vlug verdwijnen onder de groei van
nieuw gras en onzichtbaar worden.
Indien bijkomende draad nodig is om de installatie af te
werken, gebruik de bijgeleverde waterdichte
draadconnectors om de twee draadeinden te verbinden,
zoals getoond in hoofdstuk 5.6.
Gebruik geen schroefverbindingen of zomaar ineen gedraaide kabels die met tape afgeplakt
zijn. Zulke verbindingen zijn niet goed genoeg. Bodemvocht zal de kale kabeleinden doen
oxideren en na een tijdje is er een onderbreking in de stroomkring.
1.4.4 De perimeterdraad installatie voltooien
Wanneer de perimeterdraad tegen de grond bevestigd is, moeten de draadeinden tenslotte nog aan het
laadstation bevestigd worden en kan de installatie getest worden.
Er zijn twee losse draadeinden bij de start van de installatie (Figuur 1.16).
Pin deze twee perimeterdraad uiteinden tegen de grond met eenzelfde pen en draai ze om elkaar.
Knip het draadeinde zonder de connector zodat ze even lang zijn – verwijder de extra draad.
Strip 6 mm van het draadeinde (Figuur 1.17).
Doe het vrije perimeter uiteinde in de opening van de connector en draai de schoef aan met een kleine
vlakke schroevendraaier zodat de perimeterdraad vastgehouden wordt in de connector (Figuur 1.18).
Figuur 1.16 -
Twee losse draadeinden
bij de aanvang.
OPGELET!
U kan aan de ogen verwond worden. Gebruik gepaste oogbeschermingen en
draag veiligheidshandschoenen wanneer u de pinnen in de grond hamert. Bij
harde of droge grond kunnen de pinnen breken tijdens het inhameren. In
extreme gevallen kan het voordelig zijn de grond waar de pinnen moeten
ingeslagen worden vooraf te beregenen.
BELANGRIJKE INFORMATIE!
Strip 6mm van iedere
Bevestig extra draadpinnen
Add pegs in to pull
die de perimeterdraad
the perimeter wire down
strak tegen de grond
to the ground surface,
below the grass tips.
De perimeterdraad vastpinnen
Figuur 1.17 -
draad.
20
trekken
Figuur 1.15 -
Figuur 1.18 -
Draai de schroef vast zodat de
draad in de connector vastzit