Voor de montage
Neem voordat u met monteren
begint de informatie in dit hoofdstuk
en in het hoofdstuk "Opmerkingen
omtrent uw veiligheid" in acht.
Montagemateriaal
4 schroeven 5 x 60 mm en
4 pluggen 8 x 50 mm
voor de bevestiging van de montage-
plaat aan het plafond.
De schroeven en de pluggen zijn ge-
schikt om het toestel aan een beton-
nen plafond te bevestigen.
Gebruik voor andere plafondcon-
structies de gepaste bevestigings-
middelen.
Zorg ervoor dat het plafond draag-
krachtig genoeg is.
Boorsjabloon
Een stuk karton dat kan worden ge-
bruikt als boorsjabloon.
4 bevestigingssets
om de dampkap op te hangen, be-
staande uit 4 kabels, 4 behuizingbe-
vestigingen en 4 plafondbevestigingen.
De ophanging mag niet worden ge-
bruikt om extra onderdelen te beves-
tigen (bijv. een tussenbodem).
3 kabelklemmen
om de aansluitkabel te bevestigen aan
een kabel van de ophanging.
1 kabelontlasting
om de aansluitkabel te monteren aan
een van de plafondbevestigingen.
Montageschema
De montage vindt u op de bijgeleverde
montageschema beschreven.
Montage
31