M UITSCHAKELEN
Hiermee selecteert u hoe lang het duurt totdat de
camera automatisch wordt uitgeschakeld wanneer
de camera niet wordt bediend. De batterij gaat lan-
ger mee als voor een kortere tijd wordt gekozen; bij
instelling op UIT moet de camera handmatig wor-
den uitgeschakeld. De camera wordt niet automa-
tisch uitgeschakeld wanneer de camera is aangeslo-
ten op een printer (P 68) of computer (P 77) en
tijdens diavoorstellingen (P 92).
2 De camera inschakelen
Om de camera opnieuw te activeren nadat hij automa-
tisch werd uitgeschakeld, gebruikt u de G-schake-
laar of druk u op de a-knop gedurende ongeveer een
seconde (P
16).
106
1 SNELST
Staat toe dat de camera snel terug kan worden
opgestart nadat deze is uitgeschakeld (24MIN /
10 MIN / UIT). Nadat de opgegeven tijd voorbij is,
schakelt de camera deze optie uit.
3
Deze optie heeft een negatieve invloed op de levensduur
van de batterij.
Het menu Instellingen